Weigeren
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Het betekent dat je iets niet accepteert of afwijst.
Infinitief
Ik wil weigeren om deel te nemen aan de vergadering.
Tegenwoordig deelwoord
De weigerende student kreeg geen bonuspunten.
De weigerende werknemer was erg duidelijk in zijn antwoord.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik weiger om te betalen voor iets dat niet werkt.
jij / je, u
Jij weigert altijd mijn hulp.
wij / we, zij / ze, jullie
Wij weigeren om de regels te overtreden.
Verleden tijd
ik
Ik weigerde om de opdracht uit te voeren.
jij / je, u
Jij weigerde om de uitnodiging te accepteren.
hij, zij / ze, het
Zij weigerde de samenwerking.
wij / we, jullie, zij / ze
Wij weigerden om het voorstel te accepteren.
Voltooid deelwoord
Hij heeft geweigerd om verder te gaan.
Aanvoegende wijs
ik, jij / je, u, hij, zij / ze, het, wij / we, jullie
Ik hoop dat hij niet weigere om ons te helpen.
Gebiedende wijs
jij / je
Weiger om te luisteren naar ongegronde klachten.
u
Weigert u om te tekenen?