Wijten
VerbInfinitief
Ik kan niet goed wijten waar het probleem ligt.
Tegenwoordig deelwoord
Hij is wijtend in zijn gedachtes.
Examples
Tijdens het gesprek wordt het onderwerp wijten aan externe factoren.
tegenwoordige tijd, indicatief
Zij wisten niet dat ze hun fouten konden wijten aan gebrek aan ervaring.
verleden tijd, indicatief
Wijten jullie dit probleem aan het gebrek aan middelen?
tegenwoordige tijd, indicatief
Wijt het probleem niet aan anderen, maar kijk naar jezelf.
gebiedende wijs, imperatief
Als ik dit zo weet, zou ik het aan jullie willen wijten.
aanvoegende wijs, subjunctief
Ze heeft steeds geweten dat dit zou gebeuren, maar ze wilde het niet geloven.
voltooid deelwoord, indicatief