Zeer
hetCommon Nounfysieke pijn, meestal licht
(een wondje doet zeer)
Hij had een zeer op zijn knie na de val.
Het plekje op haar arm begon te zeer te doen.
- Compound
Mijn teen doet pijn, maar het is niet ernstig.
- Past Tense
Gisteren deed mijn rug pijn.
- Interrogative
Doet die snee pijn?
- Context & Scenario
Na het sporten voel je soms lichte pijn in je spieren.
- Related Word
De pijnlijke plek was roodgekleurd.
- Complex
Hoewel mijn teen pijn doet, ga ik toch wandelen.
- Present Tense
Ik heb pijn in mijn rug.
- Declarative
De wond doet echt pijn.
- Context & Scenario
Ik stompte mijn teen tegen de deur en nu doet het pijn.
- Synonym
Het litteken veroorzaakte een beetje ongemak.
- Simple
Mijn teen doet pijn.
- Future Tense
Morgen zal mijn vinger geen pijn meer doen.
- Imperative
Neem een rust, zodat de pijn afneemt.
- Context & Scenario
Ze zei tegen vrienden dat haar nieuwe schoenen pijn deden.
- Idiomatic
Het doet meer pijn dan een scheermesje door de boter.
pijnlijke plek of wondje op de huid
(iemand wrijft over een zeer)
Ik heb een zeer aan mijn vinger van de roos.
Ze had een pijnlijk zeer op haar elleboog na de val.
- Complex
Toen hij op de grond viel, ontstond er een pijnlijk zeer, dat bleef etteren.
- Past Tense
Gisteren ontdekte ik een pijnlijk plekje op mijn teen.
- Interrogative
Heb je echt een pijnlijk plekje daar?
- Compound
Zij had een wondje op haar arm, en elke aanraking maakte het pijnlijker.
- Future Tense
Morgen zal het pijnlijk bultje vast wel weggaan.
- Imperative
Laat die pijnlijke plek met rust!
- Simple
Het kind heeft een pijnlijk plekje op zijn knie.
- Present Tense
Er zit een pijnlijk wondje op mijn vinger.
- Declarative
Het is duidelijk dat de wond ontstoken is.
- Related Word
Ik heb een pijnlijke plek op mijn hand nadat ik viel.
emotionele pijn, verdriet
(iemands zeer door een verlies)
Na het overlijden voelde ze een groot zeer.
De familie probeerde het zeer te verzachten door erover te praten.
- Compound
Compound Sentence: Ze huilde veel, en haar vrienden probeerden haar verdriet te begrijpen.
- Simple
Simple Sentence: Hij ervaart verdriet.
- Complex
Complex Sentence: Hoewel ze probeerden haar op te beuren, kon niets haar verdriet echt verzachten.