Zien
Verbhet waarnemen van iets met het oog
(erkennen wat in het zicht is)
Ik zie het probleem nu pas goed in.
Zie jij de verschillen tussen deze twee afbeeldingen?
- Complex
De sterren, die helder stralen, zijn moeilijk waar te nemen zonder een telescoop.
- Simple
Ik neem de veranderingen in de lucht waar.
- Compound
Ik neem de kleuren van de herfst waar, en ze zijn prachtig.
- Present Tense
Hij neemt de schoonheid van de natuur waar.
- Past Tense
Gisteren nam ik de vogels waar in de boom.
- Future Tense
Morgen zal ik de optocht vanuit mijn raam waarnemen.
- Declarative
Ze neemt altijd het gedrag van haar kinderen waar.
- Context & Scenario
Op school leren we hoe we onze omgeving kunnen waarnemen.
- Related Word
De waarneming van het fenomeen hielp ons begrijpen hoe het werkt.
- Imperative
Neem de tijd om goed om je heen te kijken!
- Context & Scenario
Tijdens mijn wandeling neem ik vaak de mooie bloemen waar.
- Synonym
De observatie was een belangrijke waarneming in het onderzoek.
- Interrogative
Neem je de details waar in de schilderij?
- Context & Scenario
Tijdens een feestje kijk ik goed rond en neem ik de sfeer waar.
- Idiomatic
Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht, dus neem goed waar wat je hebt.
- Complex
Wanneer zij het landschap waarneemt, voelt ze zich gelukkig.
- Compound
Hij neemt de veranderingen waar, en dat is belangrijk.
- Simple
Ik neem het kunstwerk waar.
- Present Tense
Ik neem de kleuren van de lucht waar in de herfst.
- Past Tense
Gisteren nam ik de schoonheid van de zee waar tijdens mijn wandeling.
- Future Tense
Morgen zal ik de tentoonstelling bijwonen en de kunstwerken waarnemen.
- Declarative
We reageren op wat we waarnemen in onze omgeving.
- Interrogative
Neem je de details van de presentatie waar?
- Imperative
Neem nu de tijd om de natuur goed waar te nemen!
- Context & Scenario
Tijdens het wandelen neem ik altijd de vogels waar die fluiten.
- Context & Scenario
Tijdens het feest nam ik de vrolijke sfeer waar onder de gasten.
- Synonym
Hij observeert de situatie zorgvuldig en neemt alles waar wat er gebeurt.
- Context & Scenario
In de klas neem je de uitleg van de leraar waar.
- Related Word
De observatie van de natuur laat ons waarnemen hoe belangrijk biodiversiteit is.
- Idiomatic
Als je niet goed kijkt, neem je het mooie uitzicht niet waar.
de act van begrijpen of beseffen
(een inzicht krijgen in een situatie)
Nu zie ik wat je bedoelt met dat idee.
Zij zag de gevolgen van haar acties pas later in.
- Simple
Ik heb meer begrip voor jouw situatie gekregen.
- Compound
Ik heb begrip voor jouw situatie, maar ik vind het nog steeds moeilijk.
- Complex
Omdat ik uitleg kreeg, heb ik nu begrip voor de complexe problemen.
- Present Tense
Hij begrijpt het probleem goed.
- Future Tense
In de toekomst zal ik beter begrip hebben voor de keuzes van anderen.
- Past Tense
Vroeger begreep ik de situatie niet goed.
- Declarative
Het is belangrijk om begrip te tonen in moeilijke tijden.
- Interrogative
Begrijp je wat ik zeg?
- Imperative
Toon meer begrip voor zijn gevoelens.
- Context & Scenario
Als ik mijn vriend ontmoet, probeer ik altijd begripvol te zijn.
- Context & Scenario
Op school moet je begrip hebben voor verschillende perspectieven.
- Context & Scenario
Tijdens een discussie is het belangrijk om begrip te hebben voor de standpunten van anderen.
- Synonym
Empathie is een belangrijk synoniem voor begrip.
- Related Word
Het begrip van de regels is essentieel voor deelname aan het spel.
- Idiomatic
Je moet de positieve kanten van het leven begrijpen om gelukkig te zijn.
een afspraak maken om iets te ontmoeten of te bespreken
(afspreken of plannen met iemand)
Laten we elkaar morgen zien voor een kop koffie.
Ik zie je vanavond bij de vergadering, toch?
- Complex
Toen ik een afspraak maakte met mijn vriend, vergat ik de tijd.
- Compound
Ik heb een afspraak met de kapper, maar ik moet ook boodschappen doen.
- Simple
Ik heb een afspraak met de dokter.
- Present Tense
Wij plannen een afspraak om de details te bespreken.
- Past Tense
Gisteren had ik een afspraak met mijn mentor.
- Future Tense
Volgende week zal ik een afspraak maken voor de vergadering.
- Declarative
Hij maakt altijd zijn afspraken op tijd.
- Interrogative
Heb jij al een afspraak gemaakt voor het gesprek?
- Imperative
Maak een afspraak vóór het weekend!
- Context & Scenario
Ik heb een afspraak met mijn vrienden om te gaan winkelen.