Koningsdag

deProper Noun

Singular Forms

💡Koningsdag is een zelfstandig naamwoord dat verwijst naar de nationale feestdag in Nederland.

Definite (de/het)
de Koningsdag
"De Koningsdag is een nationale feestdag in Nederland."
Indefinite (een)
een Koningsdag
"Een Koningsdag zonder activiteiten is saai."
Without Article
Koningsdag
"Koningsdag valt op 27 april."

Plural Forms

💡De meervoudsvorm Koningsdagen wordt gebruikt wanneer je over meerdere jaren of vieringen praat.

Definite (de)
de Koningsdagen
"De Koningsdagen worden elk jaar gevierd."
Without Article
twee Koningsdagen
"In sommige steden zijn er twee Koningsdagen georganiseerd."

Diminutive Form

het Koningsdagje
"We vieren een klein Koningsdagje met vrienden."

De diminutief geeft een informele en speelse sfeer aan de viering.

informeel

Common Compounds

  • Koningsdagfeest

    "Het Koningsdagfeest in het park was heel gezellig."

    feest ter gelegenheid van Koningsdag

  • Koningsdagactiviteit

    "De Koningsdagactiviteit in de stad trok veel bezoekers."

    activiteit die op Koningsdag wordt georganiseerd

Common Word Combinations

  • Vieren

    "We vieren Koningsdag met een groot feest."

    Het woord 'vieren' komt vaak voor bij feestdagen.

  • Oranje

    "Op Koningsdag dragen we altijd iets oranjes."

    Oranje is de kleur van de koninklijke familie en is typisch voor deze dag.

Important Notes

  • countability:Koningsdag is niet telbaar als een gewone feestdag, maar als we het over meerdere jaren hebben, gebruiken we Koningsdagen.
  • usage:Koningsdag verwijst specifiek naar 27 april en is belangrijk in de Nederlandse cultuur.
  • register:Desondanks dat Koningsdag een officiële feestdag is, is het gebruik ervan meestal informeel.