Sinterklaas
deProper Nounlegendair figuur die elk jaar op 5 december cadeaus brengt
(Sinterklaas komt met zijn paard)
Sinterklaas arriveert elk jaar in november met de boot.
Kinderen zetten hun schoen voor Sinterklaas om cadeautjes te krijgen.
- Complex
Wanneer Sinterklaas aankomt, voelt iedereen de feeststemming in de lucht.
- Past Tense
Vorig jaar gaven we een groot feest voor Sinterklaas.
- Interrogative
Komen de kinderen vandaag naar het feestje van Sinterklaas?
- Context & Scenario
In de klas leren we over de tradities van het Sinterklaasfeest.
- Related Word
De legendair figuur Sinterklaas verschijnt elk jaar als het feest begint.
- Simple
Sinterklaas kent veel liedjes.
- Compound
Sinterklaas komt elke jaar naar Nederland, en hij brengt altijd cadeaus.
- Present Tense
De kinderen wachten vol spanning op Sinterklaas.
- Future Tense
Volgend jaar gaan we opnieuw een feest voor Sinterklaas organiseren.
- Declarative
Sinterklaas heeft veel kinderen blij gemaakt met zijn cadeaus.
- Imperative
Zet je schoen voor Sinterklaas!
- Context & Scenario
Wij vieren Sinterklaas met lekkere pepernoten en chocoladeletters.
- Context & Scenario
Tijdens het feest vertellen de ouders verhalen over Sinterklaas.
- Synonym
Sinterklaas is de beste tijd van het jaar voor kinderen.
- Interrogative
Het is de tijd van het jaar waarop je alles voor Sinterklaas in de gaten moet houden.
het feest dat wordt gevierd ter ere van Sinterklaas
(gezellige verjaardag van Sinterklaas)
Met Sinterklaas vieren we het feest met veel lekkernijen.
Tijdens Sinterklaas zijn er vaak sinterklaasfeesten op school.
- Complex
De viering van Sinterklaas, die jaarlijks plaatsvindt, is een bijzondere traditie.
- Past Tense
Vorige jaar genoten we van de viering van Sinterklaas.
- Declarative
De viering staat gepland voor zaterdag.
- Context & Scenario
Tijdens de viering van Sinterklaas krijgen kinderen cadeautjes.
- Synonym
De festiviteit, die de viering van Sinterklaas is, brengt veel vreugde.
- Simple
De viering van Sinterklaas is in december.
- Present Tense
Kinderen genieten van de viering van Sinterklaas.
- Interrogative
Wanneer is de viering van Sinterklaas dit jaar?
- Context & Scenario
Op het feestje van Sinterklaas zongen we vrolijke liedjes.
- Idiomatic
Tijdens Sinterklaas vieren we altijd met gezelligheid en cadeaus; dat is de kers op de taart!
- Compound
De viering van Sinterklaas is leuk, en iedereen neemt cadeaus mee.
- Future Tense
Volgend jaar willen we weer de viering van Sinterklaas organiseren.
- Imperative
Laten we de viering van Sinterklaas voorbereiden!
- Context & Scenario
In de klas bespreken we de viering van Sinterklaas en de tradities.
- Related Word
Het evenement voor de viering van Sinterklaas was goed bezocht.
kleine afbeelding of figuur van Sinterklaas
(een sinterklaasje staat op de tafel)
Ze heeft een schattig Sinterklaasje bovenop de taart gezet.
De kinderen kregen Sinterklaasjes van chocolade in hun schoen.
- Compound
De decoratie op de tafel is leuk, en het bezorgt ons een warm gevoel.
- Present Tense
Ik zie een leuke decoratie van Sinterklaas.
- Declarative
De decoratie vertelt ons dat het bijna Sinterklaas is.
- Context & Scenario
We versieren het huis met Sinterklaasdecoraties elke december.
- Synonym
De decoratie die op de tafel staat, doet me denken aan mijn kindertijd.
- Simple
Die decoratie is een mooie Sinterklaasfiguur.
- Complex
De decoratie, die glinsterend en vrolijk is, staat de hele decembermaand op tafel.
- Future Tense
Volgend jaar zal ik een nieuwe Sinterklaasdecoratie kopen.
- Imperative
Bekijk deze mooie Sinterklaasdecoratie!
- Context & Scenario
Tijdens het feestje hebben we veel Sinterklaasdecoraties opgehangen.
- Idiomatic
Die decoratie maakt het helemaal af, het is de kers op de taart.
- Past Tense
Gisteren zag ik een leuke Sinterklaasdecoratie in de winkel.
- Interrogative
Is die decoratie van Sinterklaas nieuw?
- Context & Scenario
In de klas maakten we Sinterklaasdecoraties voor ons feest.
- Related Word
De versieringen rondom het Sinterklaasfeest zijn altijd zo kleurrijk.