Aanpassen

Verb
1
Compound
Past Tense
Declarative
Interrogative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Future Tense
Context & Scenario
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Vrouw die voor een open kledingkast staat, terwijl ze een kledingstuk vasthoudt en in een spiegel kijkt.
Vrouw en haar kledingkast: De perfecte outfit kiezen
Vrouw die voor een open kledingkast staat, terwijl ze een kledingstuk vasthoudt en in een spiegel kijkt.
2
Complex
Compound
Simple
Future Tense
Imperative
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Past Tense
Interrogative
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Een persoon past smartphone-instellingen aan met kleurrijke iconen die de veranderingen vertegenwoordigen in een dynamisch kantoor.
Verrijken van digitale tools voor optimale prestaties
Een persoon past smartphone-instellingen aan met kleurrijke iconen die de veranderingen vertegenwoordigen in een dynamisch kantoor.
3
Compound
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Kleurige stoffen en gereedschappen in een drukke kleermakerij, met een kleermaker in vintage kleding die met zorg een jurk aanpast op een paspop.
Kleermaker past jurk aan in kleurrijke kleermakerij
Kleurige stoffen en gereedschappen in een drukke kleermakerij, met een kleermaker in vintage kleding die met zorg een jurk aanpast op een paspop.