Aanraken

Verb
1
Complex
Past Tense
Interrogative
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Compound
Future Tense
Imperative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Moeder raakt een glimlachend kind aan in een winterlandschap met spelende mensen
Winterlandschap met moeder en kind in warm contact
Moeder raakt een glimlachend kind aan in een winterlandschap met spelende mensen
2
Complex
Past Tense
Interrogative
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Context & Scenario
Related Word
Compound
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Een winterlandschap met mensen die buiten samenkomen onder vallende sneeuw.
Emotionele Samenkomst in een Winters Landschap
Een winterlandschap met mensen die buiten samenkomen onder vallende sneeuw.
3
Compound
Simple
Complex
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Een jonge vrouw in elegante, gedempte kleding zit voor een bureau met een document, waarbij ze haar vinger net boven het document houdt, wat het idee van inbreuk symboliseert.
Inbreuk en voorzichtigheid in een sereen interieur
Een jonge vrouw in elegante, gedempte kleding zit voor een bureau met een document, waarbij ze haar vinger net boven het document houdt, wat het idee van inbreuk symboliseert.