Aanwezig
AdjectiveAttributive Forms
💡Als je zegt 'de aanwezige mensen' of 'een aanwezige student', gebruik je 'aanwezig' vóór het zelfstandig naamwoord.
- With Definite Article
- de aanwezige
- "De aanwezige mensen luisteren naar de spreker."
- With Indefinite Article
- een aanwezige
- "Een aanwezige kan vragen stellen."
- Without Article
- aanwezig
- "Aanwezig is belangrijk voor de vergadering."
Predicative Form
💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'aanwezig': De student is aanwezig.
Comparative
💡Om te vergelijken gebruik je 'aanweziger': Hij is aanweziger dan gisteren.
- Base Form
- aanweziger
- "Hij is aanwezigger dan vorige week."
- With "dan"
- aanwezigere
- "Zij is aanwezigere dan haar collega."
Superlative
💡De superlative is 'aanwezigst': Hij is de aanwezigst in de klas.
- Attributive
- aanwezigst
- "Hij is de aanwezigst van allemaal."
- Predicative
- aanwezigste
- "Hij is de aanwezigste gast op het feest."
Important Notes
- usage:'Aanwezig' wordt vaak gebruikt om te zeggen dat iemand op een plaats is.
- spelling:Let op de schrijfwijze in de vergrotende trap, die kan afwijken van wat je zou verwachten.