Activiteit

deCommon Noun
1
Simple
Compound
Complex
Past Tense
Present Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Kinderen schilderen samen een grote muur buiten met levendige kleuren.
Kinderen schilderen met kleuren - Leuke creatieve activiteit
Kinderen schilderen samen een grote muur buiten met levendige kleuren.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Future Tense
Past Tense
Declarative
Imperative
Interrogative
Context & Scenario
Een levendige cartoon van een buitenactiviteit in een park met mensen die picnics houden, kinderen die spelen, en kunstenaars die schilderen.
Vibrante Activiteit in het Park - Gezellige Buitenbeleving
Een levendige cartoon van een buitenactiviteit in een park met mensen die picnics houden, kinderen die spelen, en kunstenaars die schilderen.
3
Compound
Complex
Simple
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Vrouw die yoga oefent in een serene park vol groen en bloemen.
Vrouw die ontspannende yoga beoefent in een park
Vrouw die yoga oefent in een serene park vol groen en bloemen.