Afnemen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Het werkwoord 'afnemen' kan verschillende betekenissen hebben, zoals het verminderen van hoeveelheid of het afnemen van iets in de zin van verwijderen.
Infinitief
Het is belangrijk om de gegevens niet alleen af te nemen, maar ook te analyseren.
Tegenwoordig deelwoord
De afnemende aandacht van de studenten is zorgwekkend.
De afnemende waterstanden veroorzaken problemen in de landbouw.
Tegenwoordig deelwoord
Neem af wat niet meer nodig is.
De leidinggevende zegt: 'Neemt af de tijd die je nodig hebt voor deze taak.'
Tegenwoordig deelwoord
ik
Ik neem de telefoon af bij de receptie.
jij / je
Neem jij de bloemen af als ze zijn afgeknipt?
u
Neem u het pakket af voor de klant?
hij
Hij neemt de afval op de juiste manier af.
zij / ze
Zij neemt de verantwoordelijkheden die bij de functie horen af.
het
Het staat goed als het afneemt met de tijd.
wij / we
Wij nemen alle nodige stappen om te verbeteren.
jullie
Jullie nemen de taak over als hij afneemt.
Verleden tijd
ik
Ik nam gisteren de telefoon af.
jij / je
Jij nam de verantwoordelijkheid af voor het project.
u
U nam de conclusie af in de vergadering.
hij
Hij nam het initiatief af tijdens de presentatie.
zij / ze
Zij nam gisteren de beslissing af.
het
Het nam af zoals verwacht.
wij / we
Wij namen de aanbevelingen af, maar ze waren niet effectief.
jullie
Jullie namen de kritiek af als onterecht.
Voltooid deelwoord
Zorg ervoor dat het formulier goed is afgenomen.
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat hij zo zacht afneme.
Het is wenselijk dat men neme af van de harde woorden.