Afwisselen

Verb
1
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Complex
Past Tense
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Een levendige scène in een park met een persoon die op een bank zit en een boek leest, naast een ander persoon die een hond uitlaat, met kinderen die spelen op de achtergrond.
Levendige park scène met lezen en wandelen met een hond
Een levendige scène in een park met een persoon die op een bank zit en een boek leest, naast een ander persoon die een hond uitlaat, met kinderen die spelen op de achtergrond.
2
Simple
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Idiomatic
Present Tense
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Een muzikant op een podium, wisselend tussen rock en jazz, met contrasterende visuals aan weerszijden.
Dynamisch Concert: Muzikant Tussen Rock en Jazz
Een muzikant op een podium, wisselend tussen rock en jazz, met contrasterende visuals aan weerszijden.
3
Compound
Simple
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Interrogative
Imperative
Declarative
Context & Scenario
Een vriendelijke leraar die interactie heeft met een diverse groep kinderen in een nostalgisch klaslokaal, omgeven door vintage decoraties.
Nostalgische Klaslokaal Scène met Leraar en Kinderen
Een vriendelijke leraar die interactie heeft met een diverse groep kinderen in een nostalgisch klaslokaal, omgeven door vintage decoraties.