Al

Adverb

←→

💡Al wordt gebruikt om aan te geven dat iets eerder of op dit moment is gedaan.

"Ik ben al klaar met mijn huiswerk."

begin
"Al is het koud, gaan we toch naar buiten."
Benadrukt dat het koud is.
middle
"Hij heeft het al gedaan voor de deadline."
Zet de nadruk op het feit dat het voor de deadline was.
end
"We gaan vanavond al naar het restaurant."
Benadrukt de tijd van het evenement.

al meer

"We hebben al meer bezoekers dit jaar."

Bij het vergelijken van aantallen of frequenties.

het meest al

"Dit is het meest al drukke tijd van het jaar."

Gebruik bij de hoogste graad van vergelijking van frequentie.

with "eens"
"Ik heb het al eens gezegd."
Deze combinatie benadrukt dat iets eerder is gezegd.
with "weer"
"Ik heb al weer honger."
Duidt aan dat de situatie zich opnieuw voordoet.
with "of"
"Hij is al of niet beschikbaar."
Geeft aan dat iets misschien waar of niet waar is.

reeds
"Hij heeft het reeds gedaan."
Reeds wordt vaak in formele contexten gebruikt.
eerder
"Hij was eerder klaar dan ik dacht."
Eerder geeft meer nadruk aan de tijdsaspecten.

usage:Al kan ook een bevestigende toon aan een zin geven.
position:De positie van al kan de nadruk op verschillende delen van de zin veranderen.
register:Al is geschikt voor zowel dagelijks gebruik als voor informele teksten.