Alleen

Adjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de alleenste persoon', gebruik je 'alleenste' vóór het zelfstandig naamwoord.

With Definite Article
de alleenste
"Hij is de alleenste in de klas."
With Indefinite Article
een alleen
"Dit is een alleen persoon."
Without Article
alleen
"Ze is alleen."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'alleen': Hij is alleen.

alleen
"Hij is alleen thuis."

Comparative

💡Bij 'alleenere' geef je aan dat iemand of iets meer alleen is dan iets anders. Bijvoorbeeld: 'Zij is alleenere dan jij.'

Base Form
alleen
"Ze voelt zich alleen."
With "dan"
allenere
"Hij is allenere dan zij."

Superlative

💡Gebruik 'alleenste' om de meest alleen te beschrijven, zoals in 'Hij is de alleenste van zijn vrienden.'

Attributive
de alleenste
"Zij is de alleenste van allemaal."
Predicative
alleenst
"Dat is de alleenst die ik ken."

Important Notes

  • usage:'Alleen' wordt vaak gebruikt om te zeggen dat iemand of iets geen gezelschap heeft.
  • irregular:Het heeft onregelmatige vormen in de vergrotende en overtreffende trap.