Alleen

Adverb

←→

💡Het woord 'alleen' wordt gebruikt om aan te geven dat iemand of iets zonder anderen is.

alleen

"Ik ben alleen in de klas."

begin van de zin
"Alleen jij kunt dit doen."
De nadruk ligt op 'alleen', wat aangeeft dat niemand anders het kan doen.
midden van de zin
"Ik ben alleen de assistent."
De focus is dat ik geen belangrijke rol heb.
einde van de zin
"Je hebt de taak alleen afgemaakt."
Hier ligt de nadruk op wat iemand alleen heeft gedaan.

alleen-er

"Je moet het alleen-er doen dan de vorige keer."

Informeel gebruik om te benadrukken dat iets alleen maar opnieuw of meer alleen moet worden gedaan.

het alleenst

"Hij is het alleenst in de groep."

Zeer zeldzaam; beschrijft de meest alleenheid in een groep, meestal in een metaforische zin.

with "met"
"Ik ben alleen met mijn gedachten."
Geeft aan dat je in je eentje met iets of iemand bent.
with "voor"
"Hij doet dit alleen voor jou."
Geeft aan dat iemand iets doet met een specifieke reden in gedachte.
with "staand"
"Hij bleef alleen staan."
Toont aan dat iemand in zijn eentje blijft, zonder anderen.

enkel
"Je hoeft alleen het huiswerk te maken."
Minder emotioneel, meer feitelijk.
uitsluitend
"Hij werkt uitsluitend met hoge kwaliteit producten."
Formeel, geeft exclusiviteit aan.
alleenstaand
"Ze woont alleenstaand in de stad."
Meer gericht op de staat van alleen zijn, vaak gebruikt voor sociale situaties.

usage:'Alleen' kan ook gebruikt worden om te zeggen dat iets beperkt is tot één specifieke zaken.
position:Typisch aan het begin of einde van de zin voor verschillende nadrukken.
register:Geschikt voor alle soorten conversaties, maar in meer formele teksten kan 'uitsluitend' meer gepast zijn.
irregular:'Alleen' heeft geen echte vergelijkings- of overtreffende trap, maar kan in informele contexten worden aangepast.