Arm

deAdjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de arme man' of 'een arme vrouw', gebruik je 'arme' vóór het zelfstandig naamwoord.

With Definite Article
de arme
"De arme man heeft geen geld."
With Indefinite Article
een arme
"Een arme vrouw heeft hulp nodig."
Without Article
arm
"Dat is arm."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'arm': Hij is arm.

arm
"Hij is arm."

Comparative

💡Gebruik 'armer' om te vergelijken: Zij is armer dan hem.

Base Form
armer
"Zij is armer dan ik."
With "dan"
armere
"Deze wijk is armere dan de andere."

Superlative

💡Gebruik 'armste' als je het hebt over de hoogste graad van armoede: Hij is de armste persoon.

Attributive
de armste
"Hij is de armste in de klas."
Predicative
armst
"Hij is het armst van allemaal."

Important Notes

  • usage:'Arme' wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar mensen die financiële problemen hebben.
  • irregular:De vergrotende en overtreffende trap volgen een andere vorm en zijn niet gewoon opgebouwd.