Bedauwen

Verb
1
Compound
Simple
Complex
Past Tense
Present Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Jonge vrouw met een droevige blik, zittend aan een houten tafel met een open boek voor zich
Vrouw met spijt aan tafel - Reflectie en contemplatie
Jonge vrouw met een droevige blik, zittend aan een houten tafel met een open boek voor zich
2
Complex
Compound
Simple
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Jongeman met een crumpled concertticket in zijn hand, zittend in een schaduwrijke kamer, met een kaars die een warm licht werpt en diepe schaduwen creëert.
Jongeman met een verloren kans en concertticket
Jongeman met een crumpled concertticket in zijn hand, zittend in een schaduwrijke kamer, met een kaars die een warm licht werpt en diepe schaduwen creëert.
3
Compound
Complex
Simple
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Een verdrietige vrouw op een bank in het park, met tranen in haar ogen en een lege lijn voor haar overleden hond.
Verdriet van verlies: vrouw met lege hondenlijn in het park
Een verdrietige vrouw op een bank in het park, met tranen in haar ogen en een lege lijn voor haar overleden hond.