Bekijken
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Met 'bekijken' kan men een visuele ervaring of observatie aangeven.
Infinitief
Ik wil het schilderij bekijken.
Tegenwoordig deelwoord
Zij zat rustig te kijken, terwijl ze de film bekeken.
De bekijkende kinderen waren erg enthousiast over de show.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik bekijk de foto's op mijn telefoon.
jij / je
Jij kijkt naar de nieuwe film die uit is.
u
U bekijkt de presentatie met veel interesse.
hij
Hij bekijkt het Nederlandse weerbericht.
zij / ze
Zij bekijkt de mooie landschappen op vakantie.
het
Het kind bekijkt de tekeningen in het boek.
wij / we
Wij bekijken de opties voordat we een beslissing maken.
jullie
Jullie bekijken het museum met veel plezier.
Verleden tijd
ik
Ik bekeek de oude foto's en herinnerde mij de goede tijden.
jij / je
Jij bekeek de film gisteravond.
u
U bekeek de situatie met een kritische blik.
hij
Hij bekeek het landschap met bewondering.
zij / ze
Zij bekeek de tentoonstelling in het museum.
het
Het kind bekeek allemaal vrolijke tekeningen.
wij / we
Wij bekeek de video samen.
jullie
Jullie bekeek de voorstelling met nieuwsgierigheid.
De kinderen bekeken hun tekeningen trots.
Voltooid deelwoord
Ik heb de film bekeken en vond het geweldig.
Gebiedende wijs
Bekijk deze belangrijke informatie vooraf.
Bekijk de manieren waarop je kunt besparen.
Aanvoegende wijs
Helaas was het belangrijk dat hij hem bekijke.