Bel
deCommon Nouninstrument dat geluid maakt door te trillen of te bewegen, vaak van metaal
(een bel maakt geluid om aandacht te trekken)
De schoolbel gaat om vier uur.
Je kunt de bel gebruiken om gasten te verwelkomen.
- Complex
De bel, die in het klaslokaal hangt, maakt een luid geluid wanneer het school begint.
- Present Tense
De bel maakt een mooi geluid.
- Declarative
De bel maakt een geluid dat je niet kunt negeren.
- Context & Scenario
De bel rinkelt elke ochtend om acht uur.
- Context & Scenario
Wil je dat ik het geluid van de bel hoor?
- Idiomatic
Als de bel klinkt, weten we dat het tijd is om naar huis te gaan.
- Simple
De bel klinkt helder.
- Past Tense
De bel maakte een irritant geluid tijdens de presentatie.
- Interrogative
Hoort iedereen het geluid van de bel?
- Context & Scenario
De bel is een essentieel instrument in onze school.
- Synonym
De andere instrumenten maken ook geluid, maar de bel blijft het meest herkenbaar.
- Compound
De bel gaat af, en iedereen kijkt op.
- Future Tense
De bel zal om vijf uur luid klinken.
- Imperative
Bel nu als je naar binnen wilt.
- Context & Scenario
We moeten de bel vervangen nadat deze kapot is gegaan.
- Related Word
Geluid is een belangrijke factor in muziek.
teken van een waarschuwing of boodschap, vaak elektronisch
(de bel geeft een signaal)
De telefoonbel ging en ik nam op.
De alarmbel klonk toen er rook werd gedetecteerd.
- Complex
Het signaal, dat een waarschuwing was, kwam van de brandalarm.
- Simple
Het signaal is duidelijk.
- Future Tense
Morgen zal ik het signaal testen.
- Imperative
Zorg ervoor dat je het signaal volgt.
- Context & Scenario
In deze situatie is het belangrijk om het signaal te verkondigen.
- Compound
Het signaal klinkt, maar ik begrijp het niet.
- Past Tense
Vanochtend hoorde ik een vreemd signaal.
- Declarative
Het signaal is sterk en betrouwbaar.
- Context & Scenario
De signaalverlichting flitst als het gevaarlijk wordt.
- Synonym
Het signaal is net zo belangrijk als de boodschap.
- Idiomatic
Ik weet dat ik moet letten op elk signaal, omdat het een teken van gevaar kan zijn.
- Present Tense
Ik hoor het signaal van de klokkentoren.
- Interrogative
Is het signaal goed genoeg voor de uitzending?
- Context & Scenario
In een meeting stuur je signaal om vragen te stellen.
- Related Word
Het teken van het signaal is eenvoudig te begrijpen.
diminutief van bel, een kleine of vrolijke bel
(een belletje van een ding of voorwerp)
Ze schudt het belletje om te horen of het nog werkt.
Het belletje in de kerstboom klinkt mooi.
- Declarative
Dit belletje is klein en leuk.
- Context & Scenario
In de klas leren we over het maken van klein belletjes van klei.
- Related Word
Het belletje heeft een schattige tint en is echt een klein juweeltje.
- Complex
Het belletje, dat ik vorig jaar kocht, is klein en vrolijk.
- Past Tense
Ze zag een klein belletje in de tuin.
- Compound
Het belletje is klein, maar het heeft een heldere klank.
- Simple
Het klein belletje op de tafel is schattig.
- Present Tense
Ik zie een klein belletje aan de muur hangen.
- Imperative
Koop een klein belletje voor de kerstboom!
- Context & Scenario
We gaan naar het festival en luisteren naar de klein belletjes die de vrolijke sfeer creëren.
- Future Tense
Morgen zal ik een klein belletje kopen voor de deur.
- Interrogative
Is dat belletje klein?
- Context & Scenario
Ze gebruikt het klein belletje om haar kat te roepen.
- Synonym
Het belletje, dat kan ook een 'klokje' worden genoemd, werd snel verkocht.
- Idiomatic
Dat belletje klinkt als muziek in mijn oren.