Bellen
Verbeen telefoongesprek voeren
(iemand belt naar een vriend)
Ik bel je morgen om acht uur.
Zij heeft hem al drie keer gebeld vandaag.
- Complex
Omdat ik een telefoongesprek heb, kan ik je nu niet helpen.
- Future Tense
Morgen zal ik een telefoongesprek voeren met de klant.
- Compound
Ik voer een telefoongesprek, en mijn vriend luisterde mee.
- Present Tense
Hij voert elke dag meerdere telefoongesprekken.
- Declarative
Jij voert altijd interessante telefoongesprekken.
- Context & Scenario
Na het avondeten voer ik een telefoongesprek met mijn ouders.
- Synonym
Een telefoongesprek maken is tegenwoordig zo eenvoudig.
- Simple
Ik voer een telefoongesprek met mijn zus.
- Past Tense
Gisteren voerde ik een belangrijk telefoongesprek.
- Interrogative
Voer jij vaak telefoongesprekken met je vrienden?
- Context & Scenario
Zij belden elkaar en ze voerden lange telefoongesprekken.
- Idiomatic
Dat telefoongesprek was een open deur.
- Imperative
Voer een telefoongesprek met je collega als je tijd hebt.
- Context & Scenario
Op school moet je soms telefoongesprekken voeren voor projecten.
- Related Word
Tijdens een telefoongesprek is het belangrijk om goed te luisteren.
geluid maken zoals een bel, vaak in een ritmische of herhalende wijze
(de klok begint te bellen)
De schoolbel heeft net gebeld, de les is begonnen.
De bellen van de kerk klonken helder door de lucht.
- Complex
Wanneer de klok geluid maakt, weten we dat het tijd is voor de pauze.
- Present Tense
De bel geluid nu in het lokaal.
- Interrogative
Maakt de bel een mooi geluid?
- Compound
De bel geluidde, maar de leerlingen luisterden niet.
- Future Tense
Morgen zal de bel geluid maken voor de volgende les.
- Imperative
Maak geluid als de bel gaat!
- Simple
Het geluid van de bel is zeer herkenbaar.
- Past Tense
Gisteren maakte de bel een hard geluid.
- Declarative
De bel maakt elke ochtend om acht uur geluid.
- Context & Scenario
De kinderen juichen wanneer de bel eindelijk geluid maakt, want dat betekent pauze.
luchtbellen vormen in een vloeistof
(ballonnen maken luchtbellen)
De kinderen spelen met zeepbellen in de tuin.
Ik zag bellen opkomen in het water wanneer het kookte.
- Complex
De luchtbellen, die in de vloeistof vormen, dansen als de muziek speelt.
- Declarative
Luchtbellen kunnen heel leuk zijn om mee te spelen.
- Interrogative
Zien jullie de luchtbellen in het glas?
- Context & Scenario
In de natuurwetenschap leren we hoe luchtbellen in vloeistoffen ontstaan.
- Related Word
De zeepbellen waren groot en kleurig.
- Compound
De luchtbellen zijn mooi, maar ze kunnen ook knappen als je te hard blaast.
- Future Tense
Morgen ga ik luchtbellen maken met mijn vrienden.
- Imperative
Maak luchtbellen en laat ze dan los!
- Context & Scenario
Bij het feestje maakten we luchtbellen met een speciaal apparaat.
- Idiomatic
Ik heb het gevoel dat luchtbellen soms als sneeuwvlokken vallen.
- Simple
De luchtbellen stijgen langzaam naar de oppervlakte.
- Present Tense
Ik zie luchtbellen in de frisdrank.
- Past Tense
Gisteren zagen we luchtbellen in het zwembad.
- Context & Scenario
Vandaag gaan we met luchtbellen spelen in het park.
- Synonym
De luchtbellen, ook wel blaasbellen genoemd, zijn erg leuk om te maken.