Bereiken
VerbInfinitief
Ik wil mijn doel bereiken.
Tegenwoordig deelwoord
Ze is bezig met bereikbaar bereikend inzicht.
Het bereikende netwerk is heel nuttig.
Voltooid deelwoord
Hij heeft zijn doel bereikt.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik bereik vaak de top van de berg.
jij / je
Jij bereikt de beste resultaten als je hard werkt.
u
U bereikt de stad met de trein.
hij
Hij bereikt zijn doelen altijd op tijd.
zij / ze
Zij bereikt veel in haar carrière.
het
Het bereikt een hoog niveau.
wij / we
Wij bereiken samen meer.
jullie
Jullie bereiken altijd nieuwe klanten.
Verleden tijd
ik
Ik bereikte mijn doel gister.
jij / je
Jij bereikte het einde van de race.
u
U bereikte het station snel.
hij
Hij bereikte zijn diploma vorig jaar.
zij / ze
Zij bereikte de top in 2020.
wij / we
Wij bereikten de deadline gisteren.
jullie
Jullie bereikten de finish samen.
Gebiedende wijs
Bereik uw doelen met deze tips!
Bereikt dat niet meer te doen, alsjeblieft.
Aanvoegende wijs
Moge je al je doelen bereike.