Bestaan
VerbInfinitief
Het idee gaat bestaan.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik besta om te leren.
jij / je
Jij wilt dat het project bestaat.
u
U bestaat in deze wereld.
hij
Hij bestaat al meer dan tien jaar.
zij / ze
Zij bestaat uit verschillende onderdelen.
het
Het idee bestaat niet meer.
wij / we
Wij bestaan als team.
jullie
Jullie bestonden al in de geschiedenis.
Verleden tijd
ik
Ik bestond ooit uit liefde.
jij / je
Jij bestond in mijn dromen.
u
U bestond toen niet.
hij
Hij bestond al in de middeleeuwen.
zij / ze
Zij bestond niet eerder dan 2000.
het
Het project bestond drie jaar geleden.
wij / we
Wij bestonden als vrienden.
jullie
Jullie bestonden samen in die tijd.
Voltooid deelwoord
Het idee is altijd al bestaan.
Tegenwoordig deelwoord
Het bestaand probleem moet opgelost worden.
De bestaande situatie is niet ideaal.
Aanvoegende wijs
Moge je bestaan in vreugde.
Gebiedende wijs
Besta in je overtuigingen!
Bestaat als een sterke persoon!