Betrekken
VerbInfinitief
Ik wil het nieuwe project betrekken in onze planning.
Tegenwoordig deelwoord
De betrokken partijen zijn betrokken in het overleg.
Betrekkende de laatste ontwikkelingen, moeten we snel beslissen.
Verleden tijd
ik
Ik betrok het materiaal bij mijn presentatie.
hij, zij / ze
Hij betrok zijn collega's in het project.
wij / we
Wij betrokken de studenten bij het onderzoek.
Voltooid deelwoord
Zij zijn betrokken bij verschillende initiatieven.
Gebiedende wijs
Betrek je vrienden bij de vergadering!
Betrekt u de gegevens in uw rapportage?
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat hij mee betrekke in het project.