Bieden
VerbInfinitief
Ik wil je hulp bieden.
Kun je me iets bieden?
Tegenwoordig deelwoord
Zij is biedend aan het werk.
De biedende kunstenaar wacht op reacties.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik bied je mijn excuses aan.
jij / je
Jij biedt altijd goede ideeën.
u
U biedt uitstekende ondersteuning.
hij
Hij biedt hulp aan de gemeenschap.
zij / ze
Zij biedt een nieuwe mogelijkheid.
het
Het biedt veel voordelen.
wij / we
Wij bieden onze excuses aan.
jullie
Jullie bieden goede service.
Verleden tijd
wij / we
Wij boden hulp aan.
hij
Hij bood een oplossing aan.
Voltooid deelwoord
Er is veel hulp geboden tijdens de crisis.
Gebiedende wijs
Bied me je hand aan!
Biedt een hand aan als je kunt!
Aanvoegende wijs
Hopelijk zij hij die kansen biede.
Examples
Ik bied je een oplossing aan.
tegenwoordige tijd, indicatief
Hij bood zijn excuses aan.
verleden tijd, indicatief