Bleek
deCommon Nounkleur die weinig verzadigd is, vaak een lichte tint of de afwezigheid van kleur
(de kleur van iets is bleek)
De muren in de kamer zijn een bleek blauw.
Hij heeft een bleke huid door de winter.
- Simple
De lucht heeft een bleke kleur in de vroege ochtend.
- Past Tense
Gisteren had de hemel een bleke kleur.
- Declarative
Deze muur heeft een bleke kleur, perfect voor de kamer.
- Context & Scenario
De zon was bleker tijdens de wintermaanden.
- Context & Scenario
Tijdens het feest droeg ze een jurk in een bleke kleur, waardoor ze eruit zag als een engel.
- Complex
De bloemen, die een bleke kleur hebben, bloeien in het voorjaar.
- Present Tense
Ik zie een bleke kleur in de verf.
- Imperative
Kies een bleke kleur voor de muren in de kinderkamer!
- Synonym
De schaduwvolle hoek van de tuin heeft een sobere, bleke kleur.
- Compound
De lucht is vaak bleek, en dat geeft een serene sfeer.
- Future Tense
Morgen zal de zon opkomen met een bleke kleur aan de horizon.
- Interrogative
Heb je ooit een bleke kleur gezien die je niet mooi vond?
- Context & Scenario
In onze kunstles leren we over het gebruik van bleke kleuren in schilderijen.
- Related Word
De pastelkleurige kunstwerken zijn vaak gemaakt met bleke tinten.
- Idiomatic
Ze heeft een beurs die haar waardering voor bleke kleuren weerspiegelt.
persoon die weinig kleur in het gezicht heeft, vaak door ziekte of vermoeidheid
(iemand ziet er bleek uit)
Na haar ziekte ziet ze erg bleek uit.
De student had een bleek gezicht na een lange nacht studeren.
- Complex
De vrouw, die zo bleek eruitziet, is onlangs ziek geweest.
- Past Tense
Hij voelde zich slecht en zijn gezondheid was al een paar dagen niet goed geweest.
- Declarative
Zijn bleke gezondheid voedt mijn zorgen.
- Compound
Ze ziet er bleek uit, maar ze gaat morgen naar de dokter.
- Present Tense
Haar gezondheid lijkt beter vandaag.
- Interrogative
Ziet haar gezondheid eruit zoals altijd?
- Context & Scenario
Na een drukke week, ziet hij er bleek en moe uit.
- Simple
Hij heeft een bleke gezondheid door het zware werk.
- Future Tense
Als ze meer slaapt, zal haar gezondheid verbeteren.
- Imperative
Eet goed en zorg voor je gezondheid!
een soort van bleekheid, weinig kracht of levendigheid uitstralend
(iets is overduidelijk minder levendig)
De zon was langzaam ondergegaan, waardoor de lucht een bleek uiterlijk kreeg.
De bloem was zo lang niet water gegeven dat hij bleek bleef staan.
- Complex
Hoewel de schilderijen ooit vol levendigheid waren, zijn ze nu vervaagd en geven ze een indruk van bleekheid.
- Past Tense
Toen de zon onderging, gaf de lucht een gevoel van levendigheid.
- Interrogative
Hoe komt het dat de kleuren zo snel hun levendigheid verliezen?
- Context & Scenario
Op school leren we dat levendigheid essentieel is voor creatief denken.
- Compound
De lucht in het kantoor is vaak somber, en dat beïnvloedt de levendigheid van de medewerkers.
- Future Tense
Morgen zal de lucht weer zijn levendigheid terugkrijgen met de komst van de zon.
- Simple
De planten in de tuin missen hun levendigheid door gebrek aan zonlicht.
- Present Tense
De kleuren van het schilderij zijn vandaag levendig en fel.
- Declarative
Zij heeft de levendigheid van haar geest altijd behouden ondanks tegenslagen.
- Context & Scenario
Ik voel de levendigheid van de natuur tijdens een wandeling in het park.
- Synonym
De kleur van de muur is zo fel dat het een soort van levendigheid uitstraalt.
- Imperative
Breng meer levendigheid in je werkplek door planten toe te voegen!
- Context & Scenario
Tijdens het feest bracht de muziek levendigheid in de kamer.
- Related Word
Het gebrek aan levendigheid in de presentatie maakte het moeilijk om aandacht vast te houden.
- Idiomatic
De bloemen in de tuin spraken boekdelen; ze waren niet alleen mooi, maar ze straalden levendigheid uit.