Boelen
Verbzich onnozel of kinderachtig gedragen, vaak in een speelse of lollige manier
(een groep vrienden boelt met elkaar)
Ze waren aan het boelen in het park en maakten veel herrie.
De kinderen boelen in de speeltuin tot het tijd is om naar huis te gaan.
- Compound
Ze maakten onnozelheid, maar ze hielpen ook elkaar met het koken.
- Past Tense
Gisteren ontdekte ik dat zijn onnozelheid de hele tijd een spel was.
- Interrogative
Gedraagt hij zich altijd zo onnozel als hij met vrienden is?
- Context & Scenario
Op school zien we soms onnozelheid van leerlingen tijdens de pauzes.
- Related Word
De speelse aard van zijn onnozelheid is wat hem zo leuk maakt.
- Complex
Hoewel haar onnozelheid soms irritant was, bracht ze altijd vreugde naar de groep.
- Future Tense
Morgen zal hij hopen dat zijn onnozelheid hem vrienden brengt.
- Imperative
Gedraag je niet zo onnozel als je werkt!
- Context & Scenario
Tijdens de verjaardag van Jan vertoonden ze veel onnozelheid en plezier.
- Idiomatic
Ze nemen het leven niet zo serieus; voor hen is het onnozelheid voor niets!
- Simple
Zijn onnozelheid leidde tot veel lachen tijdens het feest.
- Present Tense
Ik zie dat hij zich vaak met onnozelheid gedraagt.
- Declarative
De onnozelheid van het spel maakte ons allemaal blij.
- Context & Scenario
Tijdens het avondeten maakten de vrienden onnozelheid en de hele tafel lachte.
- Synonym
Zijn gedrag wordt vaak als onvolwassen of onnozelheid gezien.
rommelen of klungelen, zonder doel of richtlijn bezig zijn
(iemand boelt met spullen)
Hij boelt maar wat rond in de garage, zonder echt iets te doen.
Zij boelt met de ingrediënten in de keuken en maakt een rommel van het recept.
- Simple
De kinderen rommelen in de speelgoedkist.
- Present Tense
Hij rommelt met zijn spullen en verliest de tijd.
- Complex
Terwijl hij rommelt met zijn boeken, denkt hij aan wat hij later wil studeren.
- Future Tense
Morgen zal zij rommelen met de fournituren voor haar project.
- Interrogative
Rommel je al de hele dag in je kamer?
- Context & Scenario
Tijdens de les rommelen de studenten met hun pennen en boeken.
- Idiomatic
Zij rommelt altijd met haar telefoon tijdens de vergadering; dat is echt een slechte gewoonte.
- Compound
Ik rommel in de tuin, maar ik weet niet precies wat ik aan het doen ben.
- Past Tense
Gisteren rommelde ik met de oude kabels in de schuur.
- Imperative
Rommel niet zo veel en begin aan je huiswerk!
- Context & Scenario
Bij het feest rommelde iedereen met de decorations zonder een plan.
- Related Word
Tijdens het klussen rommelde hij met de gereedschappen.
- Declarative
Hij rommelt in de keuken omdat hij niets te doen heeft.
- Context & Scenario
Ik rommel soms met mijn hobby's als ik me verveel.
- Synonym
Hij rommelt rond, wat een echte klungelaar hij is!
tijdverdrijf zonder enige serieuze bezigheid
(iemand boelt de hele middag)
Op zondag boelen we meestal gewoon een beetje thuis.
Tijdens de vakantie boelen we vaak met vrienden tot laat in de avond.
- Simple
Mijn favoriete tijdverdrijf is het kijken naar films.
- Past Tense
Gisteren boelden we de hele middag bij jou thuis.
- Interrogative
Boel jij vaak in het weekend met je vrienden?
- Context & Scenario
Als ik met mijn vrienden ben, dan is elk tijdverdrijf gezellig.
- Idiomatic
We boelen vaak tot de zon ondergaat; zo is het altijd gezellig!
- Complex
Als het regent, boel ik meestal met een goed boek, dat me helpt te ontspannen.
- Future Tense
Morgen zullen we boelen in het café als het mooi weer is.
- Imperative
Boel vandaag lekker en geniet van het weer!
- Synonym
Een alternatief tijdverdrijf is het spelen van bordspellen met familie.
- Compound
We hebben de hele dag geboeld, maar ook wat belangrijke taken gedaan.
- Present Tense
Ik boel vaak met vrienden in het park.
- Declarative
Het is leuk om te boelen met vrienden op een rustige zondag.
- Context & Scenario
Na school boel ik met mijn vrienden in het speelpark.
- Context & Scenario
Tijdens de pauze boelen we vaak met een potje kaarten.
- Related Word
Het boelen met vrienden is altijd een leuke manier om te ontspannen.