Boodschappen
Verbhet kopen van levensmiddelen en andere benodigdheden
(iemand doet boodschappen in de supermarkt)
Ze heeft gisteren boodschappen gedaan bij de supermarkt.
Elke zaterdag doe ik boodschappen voor de hele week.
- Compound
Ik ga naar de supermarkt om melk te halen, en ik moet ook nog eieren kopen.
- Future Tense
Ik zal morgen boodschappen doen als ik tijd heb.
- Declarative
Ik koop vaak goedkope aanbiedingen bij de supermarkt.
- Context & Scenario
Ik ga elke week boodschappen doen voor het hele gezin.
- Synonym
Ze haalt elke zaterdagochtend haar boodschappen, wat ze het winkelen noemt, bij de supermarkt.
- Simple
Ik koop elke dag vers brood bij de bakker.
- Past Tense
Vorig jaar kocht ik mijn boodschappen meestal bij de buurtwinkel.
- Interrogative
Koop je vaak biologische producten?
- Context & Scenario
Tijdens de lunchpauze kopen we soms sandwiches in de bistro.
- Idiomatic
Zijn geld uitgeven als water, koopt hij zonder na te denken allerlei ongezonde snacks.
- Complex
Hoewel hij niet van koken houdt, koopt hij vaak biologische groenten bij de markt.
- Present Tense
Hij koopt altijd vers fruit en groenten bij de lokale markt.
- Imperative
Koop vandaag een gezonde salade!
- Context & Scenario
Op de verjaardag van mijn vriend hebben we samen inkopen gedaan voor het feestje.
- Related Word
Ik hoef niet vaak naar de winkel omdat mijn koelkast goed gevuld is.
inkopen doen; producten kopen
(iemand gaat boodschappen doen in de winkel)
Ze gaat elke zaterdag boodschappen doen op de markt.
Ik doe mijn boodschappen meestal in de plaatselijke supermarkt.
- Simple
Hij gaat naar de winkel.
- Compound
Hij gaat naar de winkel, en hij koopt verse groenten.
- Present Tense
Ze doet nu boodschappen in de winkel.
- Declarative
Hij gaat vaak naar die winkel.
- Imperative
Doe je boodschappen in de winkel!
- Context & Scenario
Tijdens de lunchpauze gingen we snel naar de winkel voor kantoorartikelen.
- Related Word
Elke winkel biedt tegenwoordig een scala aan biologische producten aan.
- Complex
Hij koopt verse groenten als hij naar de winkel gaat.
- Future Tense
Morgen zullen zij inkopen doen in de winkel.
- Interrogative
Gaat ze naar de winkel voor boodschappen?
- Context & Scenario
Laten we na het werk even langs de winkel gaan voor wat snacks.
- Idiomatic
Hij nam de benenwagen en ging op pad om een paar winkels te bezoeken.
- Past Tense
Gisteren deed hij boodschappen in de winkel.
- Context & Scenario
Ik koop brood en melk in de winkel om de hoek.
- Synonym
Ik winkel vaak in de supermarkt voor mijn dagelijkse benodigdheden.
inktopen gelden specifieker voor inkopen voor derden of speciale aangelegenheden
(iemand doet boodschappen voor een oudere buur)
Hij doet wekelijks boodschappen voor zijn grootouders.
Voor het feest gingen ze samen boodschappen doen.
- Simple
Simple Sentence: Ze koopt elke week in voor haar zieke buurman.
- Past Tense
Past Tense: Vorige week kocht ze al de boodschappen voor het familieweekend in.
- Compound
Compound Sentence: Ze koopt in voor haar buurvrouw, en haar zus helpt vaak met tillen.
- Present Tense
Present Tense: Hij koopt altijd op zaterdag voor de ouderen in de buurt in.
- Declarative
Declarative: Ik koop vaak in voor mijn tante als ze niet zelf kan.
- Context & Scenario
Everyday Life: Ze helpt haar buurman door regelmatig voor hem in te kopen.
- Synonym
Synonym: Ze doet wekelijks de boodschappen voor haar moeder.
- Complex
Complex Sentence: Hoewel ze zelf niet veel tijd heeft, koopt ze toch wekelijks in voor haar oudere buurvrouw.
- Future Tense
Future Tense: Volgende maand ga ik inkopen doen voor een vriend die op vakantie is.
- Imperative
Imperative: Vergeet niet in te kopen voor het diner morgen!
- Context & Scenario
Work/School: Tijdens haar stageperiode leerde ze effectief in te kopen voor grote evenementen.
- Related Word
Related Word: Na de inkopen had ze nog tijd om de aankopen naar haar buurman te brengen.
- Interrogative
Interrogative: Doe jij deze week inkopen voor de verjaardag van oma?
- Context & Scenario
Social Situations: Tijdens de kerstdagen koop ik in voor het hele gezin, zodat we samen kunnen genieten.
- Idiomatic
Idiom: Hij koopt in voor twee, met oog op een stormachtige dag.
een belangrijke of betekenisvolle boodschap overbrengen
(iemand doet een boodschap aan een groep mensen)
De organisator deed een belangrijke boodschap aan alle vrijwilligers.
Hij bood boodschappen van hoop en steun aan de getroffen gemeenschap.
- Compound
Compound Sentence: Zij brengt de boodschap over, en de luisteraars zijn ontroerd.
- Present Tense
Present Tense: Hij brengt de boodschap van liefde over.
- Declarative
Declarative: Zij brengt vaak belangrijke boodschappen over aan de gemeenschap.
- Context & Scenario
Everyday Life: Ik moet mijn familie berichten overbrengen terwijl ze op vakantie zijn.
- Synonym
Synonym: Zij communiceerde effectief de boodschap aan de groep.
- Idiomatic
Binnen de kortste keren had hij de boodschap overgebracht.
- Simple
Simple Sentence: Zij brengt de boodschap over.
- Past Tense
Past Tense: Hij bracht gisteren het nieuws over aan de school.
- Interrogative
Interrogative: Heb jij de boodschap al overgebracht aan de collega's?
- Context & Scenario
Work/School: Tijdens de presentatie bracht hij zijn ideeën duidelijk over.
- Related Word
Related Word: Het is belangrijk om een heldere boodschap te versturen.
- Complex
Complex Sentence: Terwijl zij de belangrijke boodschap overbrengt, luisteren de mensen aandachtig.
- Future Tense
Future Tense: Zij zal de boodschap morgen overbrengen tijdens de vergadering.
- Imperative
Imperative: Breng de boodschap over aan je team!
- Context & Scenario
Social Situations: Tijdens het feest bracht zij een boodschap van dankbaarheid over.