Boos

Adjective
1
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Abstracte afbeelding van een boze persoon met een expressieve gezichtsuitdrukking, omringd door felle kleuren en chaotische vormen.
Boze persoon in abstracte kunst
Abstracte afbeelding van een boze persoon met een expressieve gezichtsuitdrukking, omringd door felle kleuren en chaotische vormen.
2
Simple
Future Tense
Declarative
Complex
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Context & Scenario
Synonym
Een leraar met een furrowed brow confronteert een groep ondeugende studenten in een chaotisch klaslokaal met boeken en verspreide papieren.
Leraar boos op studenten in druk klaslokaal
Een leraar met een furrowed brow confronteert een groep ondeugende studenten in een chaotisch klaslokaal met boeken en verspreide papieren.
3
Simple
Past Tense
Interrogative
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Compound
Future Tense
Imperative
Abstracte afbeelding van een boos uitziend persoon met overdreven gelaatsuitdrukking, zittend voor een televisiescherm dat statisch beeld toont, in een chaotische kleurrijke achtergrond.
Abstracte gelaatsuitdrukking van boosheid en frustratie
Abstracte afbeelding van een boos uitziend persoon met overdreven gelaatsuitdrukking, zittend voor een televisiescherm dat statisch beeld toont, in een chaotische kleurrijke achtergrond.