Borstelen
Verbiets schoonmaken of een bepaalde oppervlakte reinigen met een borstel
(iemand borstelt een vloer)
Ik moet de vloer borstelen voordat we de meubels terugzetten.
Ze borstelt dagelijks haar schoenen om ze mooi te houden.
- Complex
Als ik thuis kom, zal ik de vloer schoonmaken met een speciale borstel.
- Present Tense
Hij maakt de vloer nu schoon.
- Declarative
Je maakt de vloer heel goed schoon.
- Simple
Ik maak de vloer schoon met een borstel.
- Past Tense
Zij maakte gisteren de vloer schoon.
- Interrogative
Maak je de vloer nu schoon?
- Context & Scenario
Ik moet de vloer schoongemaakt hebben voor het feest.
- Compound
Ze maakt de vloer schoon, en hij helpt haar met het dragen van de borstel.
- Future Tense
Ik zal de vloer morgen schoonmaken.
- Imperative
Maak de vloer schoon voordat je gaat eten!
de vacht van een dier verzorgen met een borstel
(iemand borstelt een hond of kat)
Hij borstelt zijn hond elke zondag.
Zij is bezig de vacht van haar kat te borstelen.
- Complex
Als het regent, verzorgt zij de vacht van haar hond met een speciale borstel.
- Present Tense
Ik verzorg de vacht van mijn konijn regelmatig.
- Declarative
Hij verzorgt zijn dier met liefde.
- Imperative
Verzorg de vacht van de kat goed!
- Simple
Zij verzorgt de vacht van haar cavia met een borstel.
- Future Tense
Morgen zal zij de vacht van haar kat verzorgen voordat ze naar het park gaat.
- Context & Scenario
Iedere ochtend verzorg ik de vacht van mijn hond voor het ontbijt.
- Compound
Hij borstelt zijn hond en zijn kat elke week.
- Past Tense
Gisteren verzorgde ik de vacht van mijn puppy met veel geduld.
- Interrogative
Verzorg jij de vacht van je hond elke dag?
met een borstel schilderen of een verflaag aanbrengen
(iemand borstelt een muur)
Hij borstelt de muur in de woonkamer met een nieuwe kleur.
Ze borstelt de verf op de canvaskunst met een brede borstel.
- Simple
Hij schildert de muur in de keuken.
- Past Tense
Gisteren schilderde hij de schutting in zijn tuin.
- Imperative
Schilder de muur goed voordat je de meubels terugzet!
- Context & Scenario
Tijdens het feest dienden we als een team samen te schilderen.
- Idiomatic
Ze gaat de muren vandaag nog schilderen, voordat de festiviteiten beginnen.
- Compound
Ze schildert de muur in de slaapkamer, maar ze maakt ook de meubels schoon.
- Future Tense
Volgende week zal ik de muur in de hal schilderen.
- Interrogative
Schilder jij de muur vandaag?
- Context & Scenario
Tijdens de kunstles schilderen de leerlingen op een groot canvas.
- Related Word
De kunstenaar gebruikte zijn kwasten om te schilderen en creëerde een prachtig kunstwerk.
- Complex
Toen hij de muur begon te schilderen, merkte hij dat hij meer verf nodig had.
- Present Tense
Ik schilder elke week een nieuwe muur.
- Declarative
Ze schildert de muren graag in felle kleuren.
- Context & Scenario
Toen ik thuis kwam, was mijn broer aan het schilderen.
- Synonym
Het schilderen van de muren kan een ontspannende bezigheid zijn.