Camping
deCommon Nounplaats waar men met tenten of caravans verblijft
(je gaat naar de camping voor vakantie)
Wij gaan deze zomer naar een camping aan zee.
Op de camping zijn er veel activiteiten voor kinderen.
- Compound
We reserveren een grote plek op de camping, maar we willen ook een leuke activiteit plannen.
- Present Tense
Ik verblijf deze week op de camping.
- Interrogative
Ga je deze zomer ook naar de camping?
- Context & Scenario
Elke zomer gaan we met het gezin op verblijf naar de camping.
- Synonym
De plek voor onze tent is perfect, deze camping is echt een pareltje.
- Simple
De camping is een ideale plek voor een verblijf met vrienden.
- Future Tense
Volgend jaar zal ik weer op die mooie camping verblijven.
- Imperative
Vergeet niet je tent mee te nemen naar de camping!
- Context & Scenario
Tijdens het verblijf op de camping hebben we nieuwe vrienden gemaakt.
- Idiomatic
Dat verblijf op de camping was de kers op de taart van onze vakantie!
- Complex
Als we ons verblijf op de camping hebben geregeld, kunnen we gaan zwemmen in het meer.
- Past Tense
Ik verbleef vorig jaar op dezelfde camping.
- Declarative
De kinderen zijn blij omdat ze naar de camping gaan.
- Context & Scenario
We hebben op school leren hoe je een kampvuur op de camping maakt.
- Related Word
Ik heb mijn verblijf geboekt via een online platform voor vakanties.
veelal eenvoudige voorzieningen voor kampeerders
(de faciliteiten op de camping)
Deze camping heeft een zwembad en een speeltuin.
De camping biedt schone douches en toiletten.
- Compound
De camping heeft goede voorzieningen, maar ze kunnen nog beter worden.
- Present Tense
Deze camping heeft voldoende voorzieningen voor alle gasten.
- Declarative
De camping heeft voorzieningen die je echt nodig hebt.
- Simple
De voorzieningen op deze camping zijn prima.
- Past Tense
Vorig jaar waren de voorzieningen van de camping niet goed onderhouden.
- Interrogative
Wat voor voorzieningen zijn er op deze camping?
- Context & Scenario
De koffiebar biedt voorzieningen voor een snel ontbijt.
- Complex
De voorzieningen die op de camping worden aangeboden, zijn erg handig voor gezinnen.
- Future Tense
Volgend seizoen zullen er meer voorzieningen beschikbaar zijn op de camping.
- Imperative
Controleer de voorzieningen voordat je een reservering maakt!
tent of caravan die wordt gebruikt op de camping
(een camping kan ook de uitrusting betekenen)
Ik heb mijn camping opgezet met een mooie tent.
We kampeerden met onze nieuwe camping helemaal in de natuur.
- Compound
Ik heb de uitrusting gekocht en we zijn naar de camping gegaan.
- Present Tense
We gebruiken onze uitrusting altijd tijdens de zomervakantie.
- Simple
De uitrusting voor het kamperen ligt klaar in de auto.
- Future Tense
Volgend jaar zullen we onze uitrusting opnieuw upgraden.
- Interrogative
Is de uitrusting al ingepakt voor de reis?
- Context & Scenario
Op school leerden we hoe we onze camping uitrusting moeten onderhouden.
- Related Word
De tent maakt deel uit van de uitrusting die we meenemen.
- Complex
Als het regent, moet je de uitrusting onder een afdak zetten.
- Past Tense
We hebben onze uitrusting gekocht vorig jaar.
- Imperative
Neem je uitrusting mee als je gaat kamperen!
- Context & Scenario
Tijdens het feest nodigde ik de buren uit om te kamperen met hun uitrusting.
- Idiomatic
Zorg ervoor dat je al je uitrusting meeneemt, anders wordt het een natte bedoeling!
- Declarative
De uitrusting is essentieel voor een geslaagde kampeervakantie.
- Context & Scenario
We hebben ons kamp opgezet met onze favoriete uitrusting.
- Synonym
De uitrusting, ofwel het benutzte kamperen, is erg belangrijk voor comfort.
de actie van kamperen, meestal met een tent
(camping als activiteit)
Het hele weekend hebben we gecampt op de camping.
Vorig jaar hebben we voor het eerst gekampeerd in de Ardennen.
- Complex
Als het weer mooi is, kamperen wij in het bos.
- Future Tense
Volgende maand zal ik met mijn gezin gaan kamperen.
- Imperative
Kampeer met ons deze zomer!
- Synonym
We slapen in een tent, ook wel een luifel genoemd.
- Related Word
Het kamperen brengt ons dichter bij de natuur.
- Compound
We kamperen in de bergen en we zwemmen in het meer.
- Present Tense
Ik kampeer elk jaar met mijn vrienden.
- Declarative
Wij gaan vaak kamperen in de natuur.
- Context & Scenario
Ik ben blij dat we gaan kamperen tijdens de vakantie.
- Context & Scenario
In de klas leren we over de voordelen van kamperen.
- Simple
We kamperen graag in de zomer.
- Past Tense
Ik kampeerde vorig jaar in Frankrijk.
- Interrogative
Ga je dit weekend kamperen?
- Context & Scenario
Aankomende vrijdag gaan we kamperen met vrienden.
- Idiomatic
Tijdens het kamperen zijn we echt tot rust gekomen.
