Dan
deCommon Nouneen specifieke tijd of moment in de toekomst
(iets gebeurt binnen een bepaalde periode na een andere gebeurtenis)
Hij zei dat hij morgen zou komen, en ik geloof dat hij dan terugkomt.
Als het regent, dan blijven we binnen.
- Simple
De toekomst is onbekend.
- Complex
Als we goed plannen, zullen we de toekomst beter begrijpen.
- Compound
De toekomst bevat veel dromen, maar ook veel onzekerheden.
- Present Tense
Ik voel me optimistisch over de toekomst.
- Past Tense
Vorig jaar dacht ik na over mijn toekomst.
- Future Tense
Volgend jaar zal ik meer investeren in mijn toekomst.
- Declarative
De toekomst is belangrijk voor ons.
- Interrogative
Wat zie jij in de toekomst?
- Imperative
Denk na over je toekomst!
- Context & Scenario
Als ik later groot ben, wil ik een mooie toekomst hebben.
- Context & Scenario
In mijn studie leer ik over de toekomst van technologie.
- Context & Scenario
Deze week heb ik met vrienden gesproken over onze toekomst.
- Synonym
De toekomst, vaak ook als verbeelding van wat komt, is fascinerend.
- Related Word
Een toekomstvisie is belangrijk voor ons bedrijf.
- Idiomatic
We moeten de kat niet bij de belletje hebben; de toekomst komt hoe dan ook.
het moment dat wat staat op het punt te beginnen
(het dan waarop iets begint of gebeurt)
Het concert begint precies om zeven uur, dus wees er voor dan.
Ze wist al lang van het examen, maar ze wachtte tot dan met studeren.
- Compound
Het moment is aangebroken, en de spanning in de lucht is voelbaar.
- Simple
Dit is het moment waarop ik mijn droom kan waarmaken.
- Complex
Ik wacht al een uur op het moment dat de lichten gedimd worden en de film begint.
ouderwetse vorm voor een waardigheid, gerelateerde aan adel
(een titel of graad in historische context)
Hij werd aangesproken als Dan Derk in zijn dorp.
De ridder werd genoteerd als Dan Edgar in het register.
- Simple
De titel van graaf is oud en wordt niet vaak meer gebruikt.
- Compound
De titel van graaf is oud, maar het woord wordt nog steeds in de literatuur gebruikt.
- Complex
De titel, die in het verleden veel prestige had, is tegenwoordig minder betekenisvol.
- Present Tense
Hij heeft een nobele titel in zijn familie.
- Future Tense
In de toekomst zal hij waarschijnlijk die titel erven.
- Past Tense
Vroeger droeg zij de titel van hertogin met trots.
- Interrogative
Wat betekent deze titel in de context van de geschiedenis?
- Imperative
Gebruik de titel correct in je schrijven.
- Declarative
De ridder had een lange titel, gebaseerd op zijn afkomst.
- Context & Scenario
Ik heb een boek gelezen over de titels van Europese adel.