Deken
deCommon Nouneen stuk stof dat gebruikt wordt om je warm te houden, meestal op bed
(een deken ligt op het bed)
In de winter gebruik ik altijd een warme deken om in slaap te vallen.
Hij trok de deken over zich heen om niet te kouden.
- Compound
De deken is warm, en hij houdt me goed warm.
- Past Tense
Gisteren gebruikte ik een deken tijdens het lezen.
- Declarative
De deken is zacht.
- Context & Scenario
Ik leg de deken op het bed voordat ik ga slapen.
- Synonym
Het textiel is zo zacht, het voelt als een warme omhelzing.
- Complex
Als het koud is buiten, gebruik ik een deken om warm te blijven.
- Present Tense
Ik gebruik vaak een deken in de herfst.
- Interrogative
Heb je een deken voor de nacht?
- Context & Scenario
Tijdens het feestje gaf ik iedereen een deken omdat het koud was.
- Idiomatic
Het is belangrijk om een goede deken te hebben om warm te blijven, vooral in de winter.
- Simple
De warmte komt van de deken die op het bed ligt.
- Future Tense
Morgen zal ik een warme deken meenemen naar de bank.
- Imperative
Neem de deken mee naar bed!
- Context & Scenario
Op school leren we dat een deken isolatie biedt tegen kou.
- Related Word
De dekbed is ook erg fijn, maar ik geef de voorkeur aan de deken.
een bedekking voor bescherming, ook gebruikt in andere contexten
(deken kan ook dienst doen als bescherming)
Ze legde een deken over het gras voor een picknick.
De deken op de tafel beschermt het hout tegen krassen.
- Complex
De bedekking, die van dikke stof is gemaakt, beschermt tegen kou.
- Present Tense
Ik gebruik een bedekking om mijn meubels te beschermen.
- Declarative
De bedekking voorkomt dat het nat wordt.
- Imperative
Kies een bedekking die bij de kleur van de muren past!
- Context & Scenario
Tijdens de tentoonstelling werd een bedekking van glas gebruikt om de kunstwerken te beschermen.
- Idiomatic
Met de bedekking op de tafel is alles netjes en schoon.
- Simple
De bedekking houdt de vloer warm in de winter.
- Past Tense
Ze gebruikte een bedekking om het oude boek te restaureren.
- Context & Scenario
Voordat ik ga sporten, leg ik een bedekking op de vloer.
- Synonym
Een beschermlaag, zoals bedekking, is essentieel voor het behoud van meubels.
- Compound
De bedekking is mooi, maar niet erg praktisch voor buitengebruik.
- Future Tense
Ik zal een bedekking kopen voordat het gaat vriezen.
- Interrogative
Heb je een bedekking voor de bank nodig?
- Context & Scenario
In de klas leren we hoe we bedekking kunnen gebruiken in verschillende projecten.
- Related Word
De bedekking van het dak zorgt ervoor dat het huis droog blijft.
diminutief van de deken, vaak gebruikt voor een kleine of kinder deken
(een dekentje voor een baby)
Het babydekentje is heel schattig en zacht.
Ze neemt een dekentje mee naar de kinderwagen.
- Simple
Het kleine dekentje houdt de baby warm.
- Past Tense
Vorige week kocht ik een klein dekentje voor de baby.
- Imperative
Koop een klein dekentje voor de wintermaanden!
- Context & Scenario
Tijdens het feest gaven ze kleine dekentjes weg als geschenk aan de kinderen.
- Related Word
Het dekentje is in het Nederlands ook wel een 'slabbetje' genoemd als het om baby's gaat.
- Compound
Ze kocht een klein dekentje, maar het was te koud buiten.
- Future Tense
Ik zal een klein dekentje meenemen naar het park elke zondag.
- Declarative
Dit kleine dekentje is van hoge kwaliteit.
- Context & Scenario
Elke avond legt ze het kleine dekentje over de baby voordat ze naar bed gaat.
- Synonym
Een klein dekentje kan erg warm zijn.
- Complex
Het dekentje, dat speciaal voor de baby is gemaakt, is klein en kleurrijk.
- Present Tense
Het dekentje past perfect in de kinderstoel.
- Interrogative
Is dit het juiste dekentje voor de baby?
- Context & Scenario
In de kleuterklas gebruiken ze vaak kleine dekentjes voor de kinderen tijdens het middagdutje.
- Idiomatic
Dat dekentje is zo klein, het past in je hand!