Doek

de-hetCommon Noun

Singular Forms

💡'Doek' is een zelfstandig naamwoord en betekent een stuk stof.

Definite (de/het)
de doek
"De doek ligt op de tafel."
Indefinite (een)
een doek
"Ik heb een doek nodig."
Without Article
doek
"De doek is rood."

Plural Forms

💡In meervoud 'doeken', wat verwijst naar meerdere stukken stof.

Definite (de)
de doeken
"De doeken zijn van verschillende kleuren."
Without Article
doeken
"Ik heb doeken gekocht."

Diminutive Form

doekje
"Het doekje is heel klein."

Gebruikelijk voor kleine doeken of wanneer je iets schattigs wilt aangeven.

informal

Common Compounds

  • handdoek

    "Na het douchen gebruik ik een handdoek."

    Een doek om je handen of lichaam af te drogen.

  • doekje voor het bloeden

    "Dit is maar een doekje voor het bloeden, niet de echte oplossing."

    Een tijdelijke oplossing voor een probleem.

Common Word Combinations

  • doek op

    "Hang de doek op voor de zon."

    Een gebruikelijke uitdrukking voor het ophangen van een doek voor bedekking.

  • doek in de handen

    "Hij had de doek in zijn handen en dacht na."

    Vereist dat iemand nadenkt of zich voorbereidt.

Important Notes

  • countability:'Doek' is een telbaar zelfstandig naamwoord.
  • register:Meestal informeel, maar kan ook formeel gebruikt worden in de context van kunst of interieurs.
  • usage:'Doek' wordt vaak geassocieerd met textiel voor specifieke doeleinden zoals schoonmaken of als onderdeel van kunst.