Doen
Verbeen actie uitvoeren of volbrengen
(iemand doet iets; het woord wordt vaak gebruikt voor activiteiten)
Wat ga je vandaag doen?
Hij doet zijn huiswerk elke avond daarna.
- Complex
Als ik de actie vandaag volbreng, kan ik morgen ontspannen.
- Future Tense
Morgen zal ik een actie uitvoeren voor het milieu.
- Imperative
Voer de actie nu uit!
- Context & Scenario
Als je naar het feest gaat, moet je een actie plannen om daar te komen.
- Related Word
Met de actie die we vandaag uitvoeren, hopen we meer mensen te bereiken.
- Compound
Ik kan een actie uitvoeren, maar ik moet eerst overleggen met mijn collega.
- Present Tense
Zij voert de actie snel uit.
- Declarative
De manager heeft de actie goedgekeurd.
- Context & Scenario
Ik ga naar de stad om winkelen, dat is mijn actie voor vandaag.
- Synonym
Deze campagne is een actie tegen klimaatverandering.
- Simple
Ik moet een actie ondernemen om het project te voltooien.
- Past Tense
Hij volbracht de actie zonder enige problemen.
- Interrogative
Voer je de actie volgens het plan uit?
- Context & Scenario
In de klas moeten we een actie doen om ons schoolproject te presenteren.
- Idiomatic
Het is tijd om de handen uit de mouwen te steken en een actie te ondernemen!
zich gedragen op een bepaalde manier
(iemand doet iets in de maatschappij of in een sociale setting)
Zij doet altijd vriendelijk tegen anderen.
Als je iets fout doet, moet je het toegeven.
- Simple
Haar gedrag is altijd positief en behulpzaam.
- Past Tense
Gisteren gedroeg zij zich erg onbeleefd tijdens het diner.
- Imperative
Gedraag je goed, anders krijg je geen dessert!
- Context & Scenario
In de klas is het belangrijk om respectvol gedrag te vertonen.
- Related Word
De sociale normen beïnvloeden ons gedrag in groepen.
- Complex
Het gedrag van kinderen kan soms moeilijk te begrijpen zijn, vooral als ze moe zijn.
- Future Tense
Morgen zal hij zich beter gedragen tijdens het gesprek.
- Interrogative
Hoe gedraagt hij zich in een nieuwe groep?
- Context & Scenario
Tijdens het feest gedroegen we ons allemaal vrij ontspannen.
- Compound
Zijn gedrag is goed, maar hij moet geduldiger zijn.
- Present Tense
Hij gedraagt zich altijd respectvol tegen zijn leraren.
- Declarative
Zij gedraagt zich zoals een echte vriendin.
- Context & Scenario
Bij het werk moet ik professioneel gedrag tonen.
- Synonym
Zijn attitude is anders, wat ik als positief gedrag beschouw.
- Idiomatic
Als je je niet goed gedraagt, krijg je geen aandacht van de anderen.
betekenen of impliceren
(iemand vraagt naar de betekenis van iets)
Wat doet deze uitspraak precies?
Dit doet me denken aan mijn kindertijd.
- Compound
De betekenis van dit citaat is onduidelijk, maar het klinkt interessant.
- Past Tense
Hij begreep de betekenis niet en vroeg om uitleg.
- Context & Scenario
Bij het lezen van deze roman, ontdek je de diepere betekenis.
- Synonym
De definitie van 'significantie' geeft de betekenis hiervan goed weer.
- Complex
De betekenis van de tekst, die veel symboliek bevat, is moeilijk te achterhalen.
- Future Tense
Morgen zullen we de betekenis van de les bespreken.
- Interrogative
Wat betekent dit voor ons leven?
- Context & Scenario
In de klas bespreken we de betekenis van moeilijke teksten.
- Related Word
De interpretatie kan veranderen afhankelijk van de context, wat de betekenis versterkt.
- Simple
Wat is de betekenis van dit woord?
- Present Tense
Dit woord betekent veel voor mij.
- Declarative
De tekst betekent dat we ons gedrag moeten veranderen.
- Imperative
Leg de betekenis van je woorden uit!
- Context & Scenario
Tijdens het feest bespraken we de betekenis van vriendschap.
- Idiomatic
De betekenis van een gezegde is vaak niet letterlijk te nemen.
doen laten of tot stand brengen
(waarbij iemand de handeling van iets inleiden of bewerkstelligen)
Je kunt het boek ook digitaal doen als je dat liever hebt.
Zij doet de vergadering beginnen om 10 uur.
- Simple
Ik doe de plannen voor de nieuwe campagne.
- Present Tense
Wij doen het jaarlijkse festival met veel plezier.
- Declarative
De studenten doen hun opdrachten online.
- Context & Scenario
Ik doe de boodschappen elke week op zaterdag.
- Complex
De manager doet de vergadering beginnen, zodat iedereen zijn ideeën kan delen.
- Future Tense
Volgende week zal hij de presentatie doen voor het team.
- Interrogative
Doe je de inkoop voor het project managers?
- Compound
Hij doet de presentatie en zij behandelt de vragen daarna.
- Past Tense
Gisteren deed zij de voorbereidingen voor het evenement.
- Imperative
Doe de research voordat je de beslissing neemt!