Dorsten
Verbde behoefte hebben aan vloeistof, vooral water
(iemand voelt dorst)
Na het sporten heb ik altijd dorst en drink ik water.
Ze had dorst na het wandelen in de hitte.
- Compound
Ik heb dorst, dus ik ga water drinken.
- Future Tense
Morgen zal ik behoefte hebben aan water na de lange wandeling.
- Imperative
Drink nu water als je behoefte hebt aan vloeistof!
- Context & Scenario
Laten we samen een drankje doen; ik heb behoefte aan wat gezelligheid.
- Synonym
Ik heb, net als alle mensen, behoefte aan water om te overleven.
- Simple
Ik heb behoefte aan een glas water na het fietsen.
- Present Tense
Hij heeft behoefte aan vocht als het warm is.
- Declarative
Je moet voldoende drinken, vooral als je behoefte hebt aan water.
- Context & Scenario
Na een lange dag werken heb ik altijd behoefte aan een goed glas water.
- Context & Scenario
De student voelde altijd behoefte aan voldoende water tijdens de les.
- Related Word
Vocht is cruciaal en ik heb echt behoefte aan het.
- Complex
Omdat ik zo veel heb gelopen, heb ik echt behoefte aan een frisdrank.
- Past Tense
Gisteren had ik enorme behoefte aan water na het hardlopen.
- Interrogative
Heb je ook behoefte aan een drankje na de training?
- Context & Scenario
In de klas vertellen we over het belang van water en de behoefte ervoor.
- Context & Scenario
Het is belangrijk om te weten wanneer je dorst hebt, want dat geeft aan dat je behoefte hebt aan water.
- Idiomatic
Als je behoefte hebt aan water, kun je beter een glas drinken dan wachten.
het verlangen hebben naar iets wat ontbreekt, zoals voedsel of andere behoeften
(iemand dorst naar aandacht)
Hij dorst naar kennis en leest veel boeken.
De kinderen dorsten naar avontuur tijdens hun vakantie.
- Compound
Ik verlang naar rust, maar het leven is druk.
- Past Tense
Zij verlangde naar haar huis toen ze op reis was.
- Declarative
Zij heeft het verlangen naar avontuur.
- Imperative
Verlang naar wat je echt wilt in het leven!
- Synonym
Hij heeft behoefte aan aandacht omdat hij altijd in de schaduw staat.
- Simple
Ik verlang naar een rustige vakantie.
- Present Tense
Hij verlangt naar liefde in zijn leven.
- Interrogative
Verlang je naar iets zoetigs?
- Context & Scenario
In de klas voelen sommige leerlingen het verlangen naar erkenning.
- Related Word
Dat verlangen naar hun kind maakt zijn ouders verdrietig.
- Idiomatic
Hij heeft het verlangen naar de sterren, zoals veel dromers dat hebben.
- Complex
Het verlangen dat ik heb naar goed eten, maakt me gelukkig.
- Future Tense
Morgen zal ik verlangen naar de zon.
- Context & Scenario
Na een lange dag op het werk, verlang ik naar een warm bad.
- Context & Scenario
Tijdens het feest verlangde hij naar een gesprek met oude vrienden.