Drijven

Verb
1
Compound
Present Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Interrogative
Simple
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Een collectie van groene bladeren drijft op een blauwe meer, omringd door dappled licht en een rustiek houten plank.
Groene bladeren op glinsterend meer
Een collectie van groene bladeren drijft op een blauwe meer, omringd door dappled licht en een rustiek houten plank.
2
Compound
Future Tense
Imperative
Related Word
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Complex
Past Tense
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Minimalistische illustratie van een bloeiende zakelijke omgeving met het woord 'SUCCES' op een modern gebouw en blije zakenmensen die een presentatie vieren.
Minimalistische illustratie van zakelijk succes
Minimalistische illustratie van een bloeiende zakelijke omgeving met het woord 'SUCCES' op een modern gebouw en blije zakenmensen die een presentatie vieren.
3
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Een groot, wit ijsblok drijft op een rustige blauwe rivier, met kinderen aan de oever.
Minimalistisch IJsblok in een Rivier
Een groot, wit ijsblok drijft op een rustige blauwe rivier, met kinderen aan de oever.
4
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Idiomatic
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Een vrouw met elegante kenmerken die in de ochtendzon zit terwijl ze zich voorbereidt op de dag, met een open dagboek op de tafel.
Elegante vrouw in ochtendlicht met dagboek
Een vrouw met elegante kenmerken die in de ochtendzon zit terwijl ze zich voorbereidt op de dag, met een open dagboek op de tafel.