Dulden
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
De betekenis van 'dulden' is tolerant zijn of iets gedogen, vooral in moeilijke situaties.
Infinitief
Ik wil duldend zijn, maar soms is het moeilijk.
Tegenwoordig deelwoord
Hij is duldend tegenover zijn vrienden.
De duldende mensen zijn vaak erg geduldig.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik duld geen onrecht.
jij / je
Jij dulden echt niet alles.
u
U duldt geen ongehoorzaamheid.
hij
Hij duldt zijn fouten niet.
zij / ze
Zij duldt geen tegenspraak.
het
Het duldt geen ongeduld.
wij / we
Wij dulden geen geweld.
jullie
Jullie dulden dit gedrag niet.
Verleden tijd
ik
Ik duldde zijn gedrag niet meer.
jij / je
Jij duldde deze situatie met veel geduld.
u
U duldde deze fout niet in het verleden.
hij
Hij duldde geen kritiek.
zij / ze
Zij duldde de onrechtvaardigheid niet.
het
Het duldde de chaos niet meer.
wij / we
Wij duldden de schending van regels niet.
jullie
Jullie duldden hun gedrag niet toen.
Voltooid deelwoord
Wij hebben veel geduld gehad in deze situatie.
Aanvoegende wijs
Moge hij dulde en begrip tonen.
Gebiedende wijs
Duld de situatie niet langer!
Duldt het niet zo lang!
Examples
Hij heeft veel geduld met zijn kinderen.
voltooid deelwoord, indicatief
Duld de situatie even.
gebiedende wijs, imperatief