Dus
Adverbgeeft een gevolg aan van iets wat eerder genoemd is
(iemand legt het verband tussen oorzaak en gevolg uit)
Het regent, dus ik neem mijn paraplu mee.
Ze heeft hard gestudeerd, dus ze is geslaagd voor het examen.
- Compound
Ik hou van sporten, en daarom doe ik elke dag mee aan een hardloopgroep.
- Present Tense
Het is middagpauze, dus de kantine begint vol te raken.
- Declarative
De vergadering begint om drie uur, dus wees op tijd.
- Context & Scenario
Ik zag dat de afwas zich opstapelde, dus begon ik meteen met schoonmaken.
- Synonym
De instructies waren duidelijk, daarom was de taak eenvoudig te voltooien.
- Complex
Omdat de trein vertraagd was, kwam hij later op zijn werk aan.
- Future Tense
Ik zal een notitie maken, zodat ik het morgen niet vergeet.
- Imperative
Concentreer je, dus maak geen fouten op het examen.
- Context & Scenario
Ze lachten om de grap, dus de sfeer in het café verbeterde.
- Idiomatic
Hij kocht het huis goedkoop, dus het was een koopje uit de hel.
- Simple
Het is koud, dus ik trek een warme jas aan.
- Past Tense
Ik vergat de wekker te zetten, dus ik kwam te laat op mijn afspraak.
- Interrogative
Heb je goed geslapen, dus voel je je vandaag beter?
- Context & Scenario
Hij luisterde goed naar de instructies, dus maakte hij de opdracht foutloos.
- Related Word
Wees voorzichtig, want de gevolgen van onoplettendheid kunnen ernstig zijn.
geeft aan dat wat voorafgaat een conclusie of gevolg heeft
(wordt gebruikt om een gevolgtrekking aan te geven)
Het regent, dus ik neem een paraplu mee.
Ze wil afvallen, dus ze is begonnen met sporten.
- Simple
De zon schijnt, dus we gaan naar het strand.
- Compound
Het boek was interessant, maar de film was beter, dus besloot ik hem nog een keer te kijken.
- Complex
Omdat het concert uitverkocht was, moesten ze terug naar huis zonder een concertbezoek, dus gingen ze maar naar de film.
- Present Tense
Hij studeert goed, dus hij haalt goede cijfers.
- Interrogative
Moet ik de documenten indienen, dus kunnen we beginnen?
- Context & Scenario
Het brood is op, dus ik ga naar de bakkerij.
- Idiomatic
We hebben de kat uit de boom gekeken, dus is het tijd om actie te ondernemen.
- Past Tense
De winkel was gesloten, dus kochten we gisteren niets.
- Declarative
Ze heeft honger, dus ze gaat koken.
- Context & Scenario
De projectdeadline is nabij, dus moeten we harder werken.
- Related Word
Na veel onderzoek, trok de wetenschapper een conclusie, dus publiceerde hij zijn bevindingen.
- Future Tense
Als het morgen regent, zullen we binnen blijven, dus maken we morgen geen plannen buiten.
- Imperative
Doe het licht uit, dus bespaar elektriciteit!
- Context & Scenario
We zijn allemaal aanwezig, dus de vergadering kan beginnen.
- Synonym
De schrijver concludeerde, dus besloot hij om een nieuw boek te beginnen.
gebruik je om nadruk te leggen of iets te bevestigen
(wordt gebruikt om iets te beklemtonen)
Ik wil die nieuwe fiets, dus!
Ze heeft het dus echt gedaan, geloof me.
- Simple
Dit is dus jouw boek.
- Compound
Je hebt gelijk, maar hij dus ook.
- Present Tense
Dit is dus wat ik bedoel.
- Past Tense
Het was dus zijn beslissing om te vertrekken.
- Future Tense
Ik zal dus morgen niet komen.
- Declarative
Ze komt niet meer, dus.
- Interrogative
Heb je hem dus gezien?
- Imperative
Kijk dus goed naar de kaart.
- Context & Scenario
Het is dus echt waar dat we naar de Efteling gaan.
- Context & Scenario
De docent beklemtoont het belang van je huiswerk, dus.
- Complex
Hoewel hij vaak twijfelt, heeft hij het dus deze keer goed gedaan.
- Context & Scenario
Komen jullie dus ook naar het feest?
- Synonym
Dit is dus wel van belang.
- Related Word
Je moet het beklemtonen, dus benadrukken.
dient als afsluiting of conclusie van een redenering of opsomming
(iemand vat iets samen)
We hebben gegeten, tv gekeken en nu gaan we slapen, dus.
Het plan is goed doordacht en haalbaar, dus we gaan door.
- Complex
Complex Sentence: "Omdat we alle mogelijkheden hebben onderzocht en alle gegevens hebben geanalyseerd, is onze conclusie dat we moeten doorgaan met het project."
- Present Tense
Present Tense: "Onze conclusie is dat dit de beste keuze is."
- Declarative
Declarative: "De conclusie is duidelijk en goed beargumenteerd."
- Related Word
Everyday Life: "Na het proeven van de wijnen, is mijn conclusie dat de rode wijn het lekkerst is."
- Related Word
Social Situations: "Na het bespreken van alle opties, was de conclusie dat we samen op vakantie zullen gaan."
- Interrogative
Incorporating Idiomatic Expressions: "Alles in overweging nemend, kunnen we de knoop doorhakken en een conclusie trekken."
- Simple
Simple Sentence: "Samenvattend, dat is onze conclusie."
- Future Tense
Future Tense: "In de vergadering van morgen zullen we onze conclusies presenteren."
- Imperative
Imperative: "Trek je conclusie na het lezen van het rapport."
- Synonym
Synonym: "Ook al kostte het wat tijd, uiteindelijk kwamen we tot een besluit."
- Compound
Compound Sentence: "Hij maakte duidelijke punten, en iedereen was het ermee eens, dus dat was de conclusie."
- Past Tense
Past Tense: "Gisteren trokken we de conclusie dat het voorstel haalbaar is."
- Interrogative
Interrogative: "Hebben we een conclusie bereikt na deze discussie?"
- Related Word
Work/School: "Na het analyseren van de resultaten, stemde de projectgroep unaniem in met de conclusie."
- Related Word
Related Word: "Het is van belang om na elke presentatie een samenvatting te geven."