Ezel
deCommon Nounhuisdier dat vaak als lastdier wordt gebruikt
(de ezel in de stal)
De boer heeft een ezel op de boerderij voor het zware werk.
Kinderen kunnen op de ezel rijden tijdens het feest.
- Simple
Een lastdier helpt de boer met het tillen van zware voorwerpen.
- Compound
Een lastdier zoals een ezel is sterk, en het kan veel last dragen.
- Complex
De ezel, die vaak als lastdier wordt gebruikt, kan urenlang zware ladingen dragen.
- Present Tense
De ezels werken elke dag op de boerderij.
- Past Tense
Vroegere generaties gebruikten ezels als lastdieren op de boerderij.
- Future Tense
Morgen zal de boer de ezel gebruiken om de oogst te transporteren.
- Declarative
De ezel is een betrouwbaar lastdier.
- Interrogative
Is de ezel een goed lastdier voor zware ladingen?
- Imperative
Gebruik de ezel om de zware spullen te verhuizen!
- Context & Scenario
Op de boerderij helpt de ezel de boer met het werk.
- Context & Scenario
In de landbouw leren we over het belang van lastdieren zoals ezels.
- Context & Scenario
Tijdens het dorpsfeest: kinderen rijden graag op de ezel.
- Idiomatic
Dat is echt een lastdier bij uitstek, die altijd zijn werk doet zonder te klagen.
- Synonym
Een muilezel wordt vaak als een hardwerkend lastdier beschouwd.
- Related Word
Veel mensen waarderen het lastdier voor zijn inzet en geduld.
dom of stout persoon, vaak gebruikt in informele context
(iemand wordt een ezel genoemd)
Hij heeft weer iets doms gedaan, wat een ezel!
Ze voelt zich als een ezel omdat ze de hele tijd vergat te leren.
- Simple
Dat was een belediging voor haar.
- Compound
Hij noemde haar een ezel, maar ze was toch heel slim.
- Complex
De belediging die hij uitsprak, was ongepast, omdat het kwetsend was voor iedereen die luisterde.
- Present Tense
Ik vind het geen belediging als je zegt dat ik een ezel ben.
- Past Tense
Vroeger noemde ik mijn vriend een ezel als ik boos op hem was.
- Future Tense
Morgen zullen we niet meer zo'n belediging tegen elkaar uitspreken.
- Declarative
Het is een belediging om mij zo te noemen!
- Imperative
Noem hem geen ezel!
- Interrogative
Waarom noemde je hem een ezel?
- Context & Scenario
Tijdens het voetbal werden er veel beledigingen naar de scheidsrechter geroepen.
het jonge nageslacht van een ezel, vaak aangeduid als ezeltje
(een ezeltje in de wei)
Het ezeltje is nog maar een paar weken oud.
Ze hebben een schattig ezeltje gekocht voor de kinderen.
- Simple
Het nageslacht van de ezel speelt graag in de wei.
- Compound
Het nageslacht van een ezel is vaak speels en nieuwsgierig, en het houdt van aandacht.
- Complex
Het jonge nageslacht van de ezel, dat net geboren is, kijkt nieuwsgierig om zich heen.
- Present Tense
Het nageslacht van de ezel groeit snel.
- Past Tense
Gisteren zag ik het nageslacht van de ezel voor het eerst.
- Future Tense
Volgend jaar zal het nageslacht van de ezel groter zijn.
- Declarative
Het ezeltje is vandaag heel actief.
- Interrogative
Is het nageslacht van deze ezel al geboren?
- Context & Scenario
Elke ochtend zie ik het nageslacht van de ezel in de wei spelen.
- Imperative
Bekijk het schattige nageslacht van de ezel!
