Fout
Adjectiveniet juist of incorrect
(iets is fout als het niet klopt)
Dit antwoord is fout, het moet 5 zijn.
Ze maakte een fout in haar huiswerk.
- Complex
Dit antwoord is incorrect omdat het niet overeenkomt met de feiten.
- Present Tense
Het bewijs is altijd niet juist.
- Declarative
De conclusie is incorrect.
- Context & Scenario
Ze gaf een incorrect antwoord tijdens haar examen.
- Synonym
Dit onjuiste antwoord maakt de hele redenering zwak.
- Compound
Dit antwoord is incorrect, maar we kunnen het nog corrigeren.
- Future Tense
Dit bewijs zal niet juist zijn als we het niet controleren.
- Imperative
Controleer of het antwoord correct is.
- Context & Scenario
Hij zei dat het incorrect was, maar dat klopt niet.
- Related Word
Het resultaat was niet juist, we moeten het opnieuw berekenen.
- Simple
Dit antwoord is incorrect.
- Past Tense
Het bewijs was niet juist tijdens de discussie.
- Interrogative
Is dit antwoord incorrect?
- Context & Scenario
In de klas moesten we aangeven welke van onze antwoorden incorrect waren.
- Idiomatic
Ik heb het idee dat dit antwoord helemaal de plank misslaat.
zich feilbaar of vergisbaar gedragen
(iemand die vaak fouten maakt)
Hij maakt vaak fout bij het rekenen.
Ze is niet perfect en kan ook fouten maken.
- Compound
Hij is feilbaar, maar hij leert van zijn fouten en wordt beter.
- Present Tense
Ik vind het normaal dat mensen feilbaar zijn.
- Declarative
De leraar zegt dat iedereen feilbaar is.
- Context & Scenario
Tijdens het koken maak ik soms feilbare keuzes.
- Synonym
Een vergisbaar persoon moet geduld hebben met zichzelf.
- Complex
De student, die feilbaar is, heeft zijn paper opnieuw ingeleverd.
- Past Tense
Vorige week was zij feilbaar in haar berekeningen.
- Imperative
Bedenk dat je feilbaar bent en vraag om hulp als dat nodig is.
- Context & Scenario
In de klas kunnen leerlingen zich feilbaar gedragen als ze druk zijn.
- Idiomatic
Iedereen maakt wel eens fouten; dat is gewoon menselijk.
- Simple
Iemand die feilbaar is, kan soms zijn afspraken vergeten.
- Future Tense
Morgen zal hij zich feilbaar opstellen tijdens de presentatie.
- Interrogative
Ben je ooit feilbaar geweest in je oordelen?
- Context & Scenario
We hebben allemaal feilbare momenten, vooral bij het leren.
- Related Word
De vergisbaarheid van de mens maakt ons allemaal uniek.
onbetrouwbaar of verdacht
(iets lijkt niet te kloppen)
Die informatie lijkt fout, ik moet het nog eens controleren.
Ze had een fout gevoel bij die deal.
- Compound
De gegevens zijn verdacht, en ik zal verder onderzoeken.
- Future Tense
Dat bewijs zal misschien verdacht zijn.
- Interrogative
Is dit rapport verdacht?
- Context & Scenario
De directeur vond de situatie verdacht en vroeg om uitleg.
- Idiomatic
Dat lijkt een geval van 'onder een vergrootglas' te zijn.
- Simple
De gegevens zijn verdacht.
- Past Tense
Dat bewijs leek verdacht.
- Imperative
Controleer of de informatie verdacht is!
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering voelde iedereen dat iets verdacht was.
- Complex
De gegevens, die van een onbekende bron komen, zijn verdacht.
- Present Tense
Dit bewijs lijkt verdacht.
- Declarative
Dit rapport is verdacht.
- Context & Scenario
Ik heb een verdacht gevoel over de transactie.
- Synonym
De informatie lijkt onbetrouwbaar.
- Related Word
Die situatie is niet te vertrouwen.
de verkeerde kant op of in de verkeerde richting
(ergens verkeerd heen gaan)
Je hebt de fout afslag genomen, we moeten terug.
Hij ging fout in de richting van het verkeerde station.
- Complex
Als we verkeerd gaan, kunnen we de tijd verliezen en te laat komen.
- Past Tense
Gisteren gingen ze onverwachts verkeerd, wat leidde tot een lange reis.
- Interrogative
Rijd je weer verkeerd?
- Context & Scenario
In de klas hebben we dit weekend geleerd hoe je niet verkeerd kunt navigeren.
- Synonym
Ze zijn op een verkeerde route gekomen.
- Simple
Het lijkt erop dat we verkeerd rijden.
- Future Tense
Morgen zal hij zeker verkeerd rijden als hij niet oplet.
- Imperative
Neem de juiste afslag, anders ga je verkeerd!
- Context & Scenario
Als je naar het feest gaat, zorg ervoor dat je niet verkeerd rijdt.
- Idiomatic
Ik zei dat hij de verkeerde kant op ging, maar hij luisterde niet.
- Compound
We rijden verkeerd, maar ik denk dat we snel om kunnen keren.
- Present Tense
Zij gaat nu in de verkeerde richting.
- Declarative
De weg leidt ons verkeerd.
- Context & Scenario
Ik ben verkeerd gereden na het werk en kwam veel later thuis.
- Related Word
Het is belangrijk om te weten wanneer een kaart je verkeerd leidt.