Garage
deCommon Nounruimte waar voertuigen worden gestald of gerepareerd
(een garage voor auto's)
Hij parkeer zijn auto altijd in de garage.
De garage is te klein voor twee wagens.
- Simple
De garage heeft ruimte voor vier voertuigen.
- Present Tense
Ik parkeer mijn fiets in de garage.
- Declarative
De garage is groot genoeg voor drie voertuigen.
- Context & Scenario
Na een lange dag werk, laat ik mijn auto altijd in de garage staan.
- Synonym
De stalling is te klein, terwijl de garage ideaal zou zijn voor grotere voertuigen.
- Compound
De garage is groot, en hij wordt vaak gebruikt voor het repareren van voertuigen.
- Past Tense
Gisteren parkeerde ik mijn auto in de garage.
- Interrogative
Is de garage beschikbaar voor reparaties?
- Context & Scenario
In de garage hebben we een werkplaats voor voertuigen.
- Related Word
De garage is uitgerust met modern gereedschap om voertuigen te repareren.
- Complex
De garage, die onlangs werd verbouwd, heeft nu meer ruimte voor voertuigen.
- Future Tense
Ik zal mijn scooter in de garage parkeren als het regent.
- Imperative
Parkeer de auto's in de garage!
- Context & Scenario
We hebben een nieuw voertuig en het past perfect in de garage.
- Idiomatic
Nadat ik in de garage mijn auto had geparket, voelde ik me als een vis in het water.
gebouw dat bedoeld is voor de stalling van een voertuig
(een aparte structuur als garage)
Ze hebben een nieuwe garage laten bouwen naast hun huis.
In de garage staat ook een werkplaats voor het onderhoud van de auto's.
- Simple
De garage is van steen.
- Complex
De garage, die naast het huis staat, wordt vaak gebruikt voor opslag.
- Compound
De garage is ruim, en er is veel plaats voor de fietsen.
- Future Tense
Morgen zal ik mijn auto in de garage parkeren.
- Present Tense
Ik parkeer mijn auto in de garage.
- Declarative
De garage is goed verlicht.
- Interrogative
Is de garage groot genoeg voor vier voertuigen?
- Context & Scenario
Ik gebruik de garage om mijn auto te beschermen tegen de regen.
- Past Tense
Gisteren parkeerde ik mijn auto in de garage.
- Imperative
Parkeer de fiets in de garage!
werkplaats of ruimte waar auto-reparaties plaatsvinden
(een garage met monteurs)
De garage hoeft niet lang te wachten, ze hebben meteen een monteurs voor me.
Hij heeft de remmen laten testen in de garage.
- Simple
De werkplaats is goed uitgerust met moderne gereedschappen.
- Complex
De werkplaats, die onlangs is gerenoveerd, biedt uitstekende diensten aan.
- Present Tense
Ik breng mijn auto naar de werkplaats voor een oliewissel.
- Past Tense
Gisteren heb ik mijn auto naar de werkplaats gebracht.
- Declarative
De monteurs repareren de auto's in de werkplaats.
- Interrogative
Wanneer gaat mijn auto naar de werkplaats?
- Context & Scenario
Na het werk breng ik mijn auto naar de werkplaats.
- Compound
De werkplaats is druk, maar de monteurs zijn snel en efficiënt.
- Future Tense
Morgen zal mijn auto in de werkplaats gerepareerd worden.
- Imperative
Neem de auto naar de werkplaats voor onderhoud!
- Context & Scenario
Chris vertelde dat we met vrienden naar de werkplaats gaan om de auto te laten repareren.
- Idiomatic
In de werkplaats is het altijd alle hens aan dek tijdens drukke dagen.
- Context & Scenario
In de school leren leerlingen hoe ze een werkplaats organiseren voor auto-reparaties.
- Related Word
De eigenaar van de werkplaats heeft veel ervaring.
- Synonym
De werkplaats, ook wel garage genoemd, is van groot belang.
diminutief van garage: kleine garage
(een garagetje voor fietsen)
Het garagetje in de tuin is vol met spullen.
Zijn vader heeft een garagetje gebouwd voor zijn motors.
- Simple
Dit is mijn kleine garage voor de fietsen.
- Complex
De garage, die naast het huis staat, is klein.
- Present Tense
Mijn kleine garage is altijd netjes.
- Past Tense
Ik had een kleine garage toen ik nog in de stad woonde.
- Declarative
De kleine garage is handig voor mijn fiets.
- Interrogative
Is dat de kleine garage waar je het over had?
- Context & Scenario
In mijn schoolproject leer ik over de voordelen van een kleine garage.
- Context & Scenario
Ik parkeer mijn fiets altijd in de kleine garage.
- Synonym
Mijn vriendin noemt het een schuur, maar ik noem het een kleine garage.
- Idiomatic
In onze kleine garage wordt alles netjes opgeruimd, zodat het niet op de zenuwen werkt.
- Compound
Ik heb een kleine garage, maar ook een grote schuur.
- Future Tense
Later zal ik een kleine garage voor mijn nieuwe auto bouwen.
- Imperative
Bewaar je spullen in de kleine garage!
- Context & Scenario
Tijdens het feestje in onze kleine garage maakten we veel plezier.
- Related Word
Mijn garage heeft de kleinste deuren van het hele blok.