Genoegen

Verb
1
Complex
Simple
Compound
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Idiomatic
Winterlandsechap met vrolijke figuren die schaatsen op een bevroren vijver, eentje lacht met een vierde prijs.
Vrolijke winterse schaatsactiviteit in de geest van Hendrick Avercamp
Winterlandsechap met vrolijke figuren die schaatsen op een bevroren vijver, eentje lacht met een vierde prijs.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Related Word
Idiomatic
Man knielt in een donker, sfeervol tuinlandschap vol weelderige bloemen en planten, stralend van vreugde en tevredenheid.
Donker Sfeervol Tuinlandschap van Félicien Rops
Man knielt in een donker, sfeervol tuinlandschap vol weelderige bloemen en planten, stralend van vreugde en tevredenheid.
3
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Related Word
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Een man geniet van een zorgvuldig bereide maaltijd in een sfeervolle eetkamer in Rembrandts stijl.
Sfeervolle eetkamer in Rembrandtstijl
Een man geniet van een zorgvuldig bereide maaltijd in een sfeervolle eetkamer in Rembrandts stijl.