Gezellig
Adjectiveaangenaam sociaal en comfortabel
(een ruimte of situatie voelt gezellig aan)
Het is altijd gezellig tijdens onze familiebijeenkomsten.
We hadden een gezellige avond bij het kampvuur.
- Simple
Het café is erg aangenaam.
- Present Tense
Het park voelt aangenaam in de lente.
- Interrogative
Vind je deze plek aangenaam?
- Context & Scenario
Het gesprek tijdens het diner was aangenaam.
- Related Word
De kamer heeft een warme sfeer.
- Compound
De woonkamer is aangenaam, maar de keuken is wat koud.
- Future Tense
De tuin zal in de zomer aangenaam zijn.
- Imperative
Maak het hier aangenaam voor de gasten.
- Synonym
De avond was behoorlijk plezierig.
- Complex
Hoewel het buiten regende, was het binnen aangenaam warm.
- Past Tense
Het feest was gisteren bijzonder aangenaam.
- Declarative
De woonkamer is altijd aangenaam ingericht.
- Context & Scenario
Ik geniet van een aangename wandeling in het park.
- Context & Scenario
Het is prettig studeren in een aangenaam klaslokaal.
- Idiomatic
De avond verliep met een aangename sfeer die de tongen losmaakte.
prettige sfeer of stemming; behaaglijk en warm, vaak in gezelschap
(een kamer voelt gezellig aan)
We hadden een gezellige avond met vrienden.
De woonkamer ziet er altijd zo gezellig uit met al die kaarsen.
- Complex
Hoewel het buiten koud was, voelde de kamer binnen uiterst behaaglijk aan.
- Present Tense
Iedereen geniet van de behaaglijke sfeer in de kamer.
- Declarative
De zachte kussens maken de zithoek extra behaaglijk.
- Simple
Na een lange dag is het behaaglijk om thuis op de bank te zitten.
- Simple
Op het feestje was de sfeer behaaglijk en ontspannen.
- Idiomatic
Het zittende publiek voelde zich als een vis in het water in de behaaglijke zaal.
- Compound
De kamer is behaaglijk en de verlichting is sfeervol.
- Future Tense
Morgen zal de kamer behaaglijke warmte uitstralen met de nieuwe open haard.
- Imperative
Maak de kamer wat behaaglijker door de haard aan te steken.
- Synonym
De ruimte voelde uiterst comfortabel aan.
- Simple
De kamer is behaaglijk.
- Past Tense
Gisteren was de kamer bijzonder behaaglijk ingericht voor het diner.
- Interrogative
Vind je deze kamer ook zo behaaglijk?
- Simple
In de vergaderzaal hebben we gezorgd voor een behaaglijke omgeving.
- Related Word
Het behaaglijke interieur nodigt uit tot ontspannen.
persoonlijkheid of gedrag dat een aangename omgang vergemakkelijkt
(iemand is gezellig in gezelschap)
Zij is altijd zo'n gezellige persoon om mee te praten.
Tijdens de lunch had ik een gezellig gesprek met mijn collega.
- Simple
Different Sentence Structures:
- Present Tense
Different Tenses:
- Future Tense
Zijn charmante aanpak zal de bijeenkomst aangenaam maken.
- Imperative
Is zijn gedrag niet altijd aangenaam?
- Interrogative
Een vriendelijk gebaar kan de dag aangenaam maken.
- Interrogative
Ik vind zijn hulpvaardigheid altijd erg aangenaam op school.
- Declarative
Met haar charisma zal de bijeenkomst vast heel aangenaam worden.
- Synonym
Use of Synonyms and Related Words:
- Declarative
Incorporating Idiomatic Expressions:
- Complex
Hij heeft een aangenaam karakter, dus iedereen vindt hem aardig.
- Complex
Zijn aanwezigheid, hoewel altijd bescheiden, zorgt voor een aangename sfeer.
- Past Tense
De kamer voelt aangenaam aan met zijn grappige verhalen.
- Declarative
Different Modalities:
- Imperative
Laat je manier van doen aangenaam zijn.
- Imperative
Hoe kunnen we de les aangenaam maken?
- Imperative
Ik waardeer zijn bereidheid om te helpen altijd enorm, vooral in het team.
- Interrogative
Gezelligheid vult de ruimte net als zijn glimlach en aangename houding.
- Compound
Haar humor maakt de sfeer aangenaam.
- Future Tense
Zijn positieve houding maakte het teamoverleg aangenaam.
- Interrogative
Een warme glimlach maakt het gesprek aangenaam.
- Declarative
Different Contexts and Scenarios:
- Declarative
Blijf jezelf, dan wordt de vergadering aangenaam.
- Declarative
Houd rekening met de gevoelens van anderen en probeer aangenaam te blijven.
- Related Word
Zijn gedrag is altijd gastvrij en aangenaam.
- Imperative
Zijn charmante voorkomen straalt, waardoor hij altijd de zon in huis is.
vriendelijk en uitnodigend
(mensen gedragen zich gezellig met elkaar)
Ze is een gezellig persoon om mee te praten.
Het café heeft een gezellige sfeer waarin iedereen zich welkom voelt.
- Compound
Hij is vriendelijk, maar hij kan soms ook heel direct zijn.
- Simple
De man glimlacht vriendelijk.
- Complex
Hoewel het kantoor meestal druk is, blijft de receptionist altijd vriendelijk en behulpzaam.
- Present Tense
Zij is vriendelijk tegen iedereen die ze ontmoet.
- Past Tense
Hij was altijd vriendelijk tegen zijn buren.
- Declarative
De hond is vriendelijk naar onbekende mensen.
- Future Tense
Ze zal vriendelijk zijn tegen haar nieuwe collega's.
- Interrogative
Ben je altijd zo vriendelijk?
- Related Word
Vriendelijkheid is belangrijk in het dagelijks leven.
- Imperative
Wees vriendelijk tegen elkaar!
- Synonym
De groenteman om de hoek is altijd vriendelijk en enthousiast.
- Interrogative
Hij is niet van suiker gemaakt, maar hij is wel ontzettend vriendelijk.
- Compound
In Nederland is het gebruikelijk om vriendelijk te groeten in een winkel.
- Compound
Tijdens de vergadering was de directeur vriendelijk en duidelijk in zijn communicatie.
een prettige atmosfeer scheppend, vooral in gezelschap
(een plek of gelegenheid is gezellig)
De woonkamer is klein maar heel gezellig.
De markt heeft zo'n gezellige drukte op zaterdagochtend.
- Compound
De tuin is klein, maar het café op de hoek is nog gezelliger.
- Simple
De tuin is klein maar ontzettend gezellig.
- Complex
De tuin, die vol bloemen staat, is klein maar ontzettend gezellig.
- Present Tense
De woonkamer heeft een gezellige sfeer.
- Past Tense
Gisteravond was het terras erg gezellig.
- Future Tense
Morgen zal de straat met de feestelijke verlichting heel gezellig zijn.
- Declarative
De sfeer in de bar is heel ontspannen en gezellig.
- Interrogative
Waarom is het hier altijd zo gezellig?
- Imperative
Kom binnen en maak het gezellig!
- Related Word
In de woonkamer staan veel planten, wat het erg gezellig maakt.
- Synonym
Tijdens de familiebijeenkomst hing er een knusse sfeer.
- Idiomatic
De kroeg zat vol met mensen en het was er heerlijk gezellig.