Gezin
deCommon Noungroep van mensen die samenleven als familie
(een gezin bestaat vaak uit ouders en kinderen)
Hun gezin bestaat uit vier personen: vader, moeder en twee kinderen.
In ons gezin hebben we altijd veel plezier samen.
- Compound
Mijn familie is groot, maar mijn vrienden zijn ook belangrijk voor mij.
- Past Tense
Mijn familie vierde vorig jaar de kerst samen.
- Interrogative
Heb jij je familie al gebeld?
- Synonym
Een verwant van mij komt uit Italië, net als mijn familie.
- Complex
De familie, die ieder weekend samenkomt, maakt altijd tijd voor elkaar.
- Future Tense
Volgend jaar zal mijn familie een groot feest organiseren.
- Declarative
Mijn familie houdt van spelletjes spelen in het weekend.
- Context & Scenario
Na schooltijd ga ik naar mijn familie voor het diner.
- Context & Scenario
Tijdens de bruiloft van mijn vriend was zijn familie zeer emotioneel.
- Simple
Mijn familie bestaat uit vijf mensen.
- Present Tense
Wij vieren vaak onze verjaardagen met de hele familie.
- Imperative
Bel je familie en vertel het goede nieuws!
- Context & Scenario
In de klas praten we over de rol van de familie in de samenleving.
- Related Word
De samenhang in onze familie is sterk, wat ons verbindt.
- Idiomatic
Onze familie steunt elkaar door dik en dun.
eenheid die wordt gevormd door een ouder of twee ouders met hun kinderen
(in veel gezinnen leven ook dieren)
Hun gezin heeft een hond en een kat.
In een gezin is het belangrijk om elkaar te ondersteunen.
- Simple
De eenheid van het gezin is belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen.
- Compound
Hun gezin bestaat uit vier leden, en ze hebben ook een cavia.
- Complex
De eenheid die wordt gevormd door de ouders en hun kinderen, wordt vaak versterkt door gezamenlijke activiteiten.
- Present Tense
In deze eenheid spelen dieren een grote rol.
- Past Tense
Gisteren realiseerde ze zich hoe belangrijk de eenheid van haar gezin is.
- Future Tense
Volgend jaar willen ze een nieuwe hond in de eenheid toevoegen.
- Declarative
De eenheid van een gezin is essentieel voor harmonie.
- Interrogative
Is jouw gezin ook een eenheid met huisdieren?
- Imperative
Kweek alleen maar eenheid en liefde in je gezin!
- Context & Scenario
In mijn gezin zorgen we altijd voor elkaar, en dat creëert een sterke eenheid.
- Context & Scenario
In de klas leren we over de eenheid van gezinnen in verschillende culturen.
- Context & Scenario
Tijdens de familiebijeenkomst ervaarden we de kracht van onze eenheid.
- Related Word
De cohesie in een gezin is belangrijk voor het welzijn van de kinderen.
- Synonym
Een synonym voor eenheid in gezinscontext is saamhorigheid.
- Idiomatic
Wij zijn als gezin één geheel, en dat geeft ons kracht.
kleine kring van mensen die samenwonen
(gezinnen kunnen diverse samenstellingen hebben)
Zij woont in een eenoudergezin met haar moeder.
Bij ons in de buurt wonen veel verschillende gezinnen.
- Complex
De kleine kring van vrienden die samenkomen, deelt veel geheimen.
- Present Tense
We zijn een hechte kring van vrienden.
- Declarative
Deze kring zal ons helpen om beter samen te werken.
- Context & Scenario
In mijn dagelijkse leven komt mijn kring van vrienden vaak voor.
- Related Word
Onze kring heeft veel plezier samen.
- Synonym
In onze kring is het belangrijk om open te zijn.
- Simple
In onze kleine kring is iedereen heel vriendelijk.
- Future Tense
Volgend jaar willen we een kring beginnen met nieuwe leden.
- Imperative
Sluit je aan bij onze kring!
- Context & Scenario
We organiseerden een barbecue voor onze sociale kring.
- Synonym
Hij voegde zich bij onze kring nadat hij verhuisd was.
- Compound
In onze kleine kring zijn er zowel studenten als werkenden.
- Past Tense
Vorig jaar vormden we een nieuwe kring met buren.
- Interrogative
Zou jij mij kunnen introduceren in jouw kring?
- Context & Scenario
In de klas hebben we een nieuwe kring gevormd van leerlingen die samen willen studeren.
- Related Word
De groep vrienden die samenwoont, is een bijzondere kring ten opzichte van anderen.
- Idiomatic
In onze kring zeggen we vaak: 'Vele handen maken licht werk.'
het ontstaan van een gezin (bijvoorbeeld door huwelijk of geregistreerd partnerschap)
(de vorming van een gezin is een belangrijke stap in het leven)
Ze zijn net getrouwd en willen snel een gezin stichten.
Een gezin begint vaak met de keuze om samen verder te gaan.
- Compound
De vorming van een gezin is een grote stap, en het duurt soms jaren om het juiste moment te vinden.
- Future Tense
Volgend jaar zullen we de vorming van ons gezin vieren met een feest.
- Context & Scenario
De vorming van een gezin kan veel vreugde brengen.
- Synonym
Het proces van gezinsvorming kan uitdagend en prachtig zijn tegelijk.
- Idiomatic
Voor ons was de vorming van een gezin een droom die uitkwam.
- Complex
Als ze besluiten te trouwen, zal de vorming van hun gezin snel volgen.
- Present Tense
Ik zie de vorming van een gezin als een prachtig proces.
- Declarative
Een gezin vormen kan soms een uitdaging zijn.
- Interrogative
Hoe kijk jij aan tegen de vorming van een gezin?
- Context & Scenario
We hebben vrienden uitgenodigd om de geboorte van hun kind en de vorming van hun gezin te vieren.
- Declarative
Ze hebben nog veel te leren voordat ze beginnen aan de vorming van hun gezin.
- Imperative
Plan goed de stappen voor de vorming van je gezin.
- Simple
De vorming van een gezin vraagt veel planning.
- Past Tense
De vorming van ons gezin begon twee jaar geleden toen we trouwden.
- Imperative
Overweeg de verschillende mogelijkheden voor de vorming van een gezin.
- Context & Scenario
Tijdens de cursus leerden we over de vorming van gezinnen en de belangrijke wettelijke aspecten.
- Related Word
De opbouw van een gezin vraagt om communicatie en begrip.
- Interrogative
Is de vorming van een gezin iets dat je binnenkort wilt overwegen?