Glimmen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Het werkwoord 'glimmen' betekent dat iets licht of glans geeft.
Infinitief
Dit werkwoord is 'glimmen'.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik glim van trots.
jij / je, u
Jij glimt van blijdschap.
hij, zij / ze, het
Hij glimt in het zonlicht.
wij / we, jullie, zij / ze
Wij glimmen na een lange nacht.
Verleden tijd
ik
Ik glom van verwondering.
jij / je
Jij glom na het goede nieuws.
hij, zij / ze, het
Zij glom in haar nieuwe jurk.
wij / we, jullie, zij / ze
Wij glommen van blijdschap.
Voltooid deelwoord
Hij heeft geoglommen na het zwemmen.
Tegenwoordig deelwoord
De glimmende auto staat voor de deur.
De glimmende sterren zijn mooi om naar te kijken.
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat je glimme in je nieuwe rol.
Gebiedende wijs
Glim naar de camera!
Glimt mooi voor de foto!