Goedemorgen

Interjection
1
Compound
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Future Tense
Simple
Present Tense
Declarative
Simple
Present Tense
Declarative
Simple
Present Tense
Declarative
Compound
Present Tense
Declarative
Simple
Past Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Interrogative
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Declarative
Imperative
Complex
Future Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Interrogative
Compound
Past Tense
Interrogative
Simple
Past Tense
Interrogative
Compound
Present Tense
Declarative
Simple
Present Tense
Declarative
Imperative
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Past Tense
Interrogative
Compound
Past Tense
Interrogative
Complex
Future Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Interrogative
Complex
Future Tense
Vrouw begroet buren met een vrolijk 'Goedemorgen!' in een traditioneel Nederlands buurtje.
Vrolijke ochtendgroet in een Nederlands buurtje
Vrouw begroet buren met een vrolijk 'Goedemorgen!' in een traditioneel Nederlands buurtje.
2
Simple
Future Tense
Imperative
Compound
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Present Tense
Declarative
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Een spreker begroet zijn publiek met 'Goedemorgen, dames en heren' in een formele vergaderzaal.
Formele groet in een vergadering met goedemorgen
Een spreker begroet zijn publiek met 'Goedemorgen, dames en heren' in een formele vergaderzaal.