Grimassen
Verbgezichtsuitdrukkingen maken, vaak om een emotie te tonen of als grap
(iemand grimast voor de camera)
De kinderen grimassen vaak als ze gefotografeerd worden.
Hij grimast als hij zich verveelt in de les.
- Simple
Haar gezichtsuitdrukking toont vreugde.
- Past Tense
Vorige week maakte zij een vreemde gezichtsuitdrukking tijdens de film.
- Interrogative
Wat voor gezichtsuitdrukking heb je tijdens de wedstrijd gemaakt?
- Context & Scenario
Tijdens de les maakten de leerlingen gezichtsuitdrukkingen om elkaar aan het lachen te maken.
- Related Word
De acteur gebruikte verschillende gezichtsuitdrukkingen om zijn rol te accentueren.
- Complex
De gezichtsuitdrukking die zij maakte, was moeilijk te begrijpen omdat ze zo snel veranderde.
- Future Tense
Morgen zal hij een gezichtsuitdrukking maken die iedereen aan het lachen maakt.
- Imperative
Maak een gezichtsuitdrukking alsof je verbaasd bent!
- Synonym
Een gezichtsuitdrukking kan soms meer zeggen dan woorden.
- Compound
Hij maakt een gezichtsuitdrukking, maar ze lachen ook met hem.
- Present Tense
Hij maakt vaak gezichtsuitdrukkingen als hij grappige verhalen vertelt.
- Declarative
Zij maakt een schattige gezichtsuitdrukking als ze blij is.
- Context & Scenario
Bij het ontbijt maakte hij een gezichtsuitdrukking toen hij het verbrande brood zag.
- Context & Scenario
Ze maken gezichtsuitdrukkingen om aandacht te krijgen van de leraar.
- Idiomatic
Ze laat haar gezichtsuitdrukking zien en zegt: 'Dat zegt meer dan duizend woorden!'
een ongebruikelijke of grappige gezichtsuitdrukking aannemen
(iemand probeert te grimassen om anderen aan het lachen te maken)
Tijdens het feestje heeft hij het gezicht van een clown grimassen gemaakt.
Zij grimast vaak als ze een leuke foto wil maken met vrienden.
- Compound
Hij grimast als hij een grap vertelt, maar soms begrijpt niemand het.
- Past Tense
Gisteren maakte hij een gekke grimasse tijdens het diner.
- Interrogative
Gaat hij weer die grappige gezichten maken?
- Context & Scenario
Toen ik thuis kwam, begon hij al te grimassen om me aan het lachen te maken.
- Simple
Hij maakt een grap met zijn gezicht om ons aan het lachen te krijgen.
- Present Tense
Ze grimast altijd als ze vrolijk is.
- Declarative
Hij maakt vaak grappen, maar zijn gezichtsuitdrukking is het leukst.
- Complex
Omdat hij zo goed kan grimassen, maakt hij vaak iedereen aan het lachen, zelfs tijdens serieuze momenten.
- Future Tense
Morgen zal zij een grappige gezichtsuitdrukking aannemen op het feest.
- Imperative
Grimasse voor de camera!