Grimassen

Verb

Auxiliary Verb

hebben

werkwoord

Infinitief

Tegenwoordig deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • jij / je

  • wij / we

  • jullie

  • hij, zij / ze, het

Verleden tijd

  • ik

  • jij / je

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we

  • jullie

Voltooid deelwoord

Aanvoegende wijs

Gebiedende wijs

Examples