Harken
Verbmet een hark bladeren of gras bijeenbrengen
(iemand hark zijn tuin)
Hij harkt de bladeren bij elkaar in de herfst.
Zij harkt het gras om een mooie tuin te maken.
- Compound
Ik tuinier met een hark, en mijn zus helpt mij.
- Future Tense
Volgende week zal hij de bladeren weer harken.
- Imperative
Hark de bladeren en maak de tuin schoon!
- Synonym
Bij het tuinieren gebruik ik een hark en een schoffel.
- Simple
Ik tuinier met een hark tijdens het weekend.
- Present Tense
Hij harkt de bladeren in de tuin.
- Declarative
Hij harkt de bladeren op en maakt de tuin netjes.
- Context & Scenario
In de herfst harken mensen vaak bladeren uit hun tuin.
- Context & Scenario
Tijdens de tuinparty harken we het gras om de ruimte op te ruimen.
- Idiomatic
Het is tijd om de schouders eronder te zetten en te tuinieren!
- Complex
Als ik tuinier, gebruik ik meestal een hark om het gras op te ruimen.
- Past Tense
Gisteren harkte zij de bladeren in de tuin.
- Interrogative
Hark jij ook de bladeren in je tuin?
- Context & Scenario
We leren in de tuinbouwles hoe we moeten tuinieren met een hark.
- Related Word
De tuinman harkt de bladeren elke week.
iets door elkaar of naar een bepaalde plek bewegen, meestal met een hark of vergelijkbaar gereedschap
(iemand harkt de aarde in de moestuin)
Hij harkt de grond om deze klaar te maken voor de groenten.
Ze harkt de compost door de aarde voor betere groei.
- Compound
Ik beweeg de aarde, maar ik gebruik een schep in plaats van een hark.
- Future Tense
Morgen zal hij de aarde bewegen om de nieuwe groenten te planten.
- Interrogative
Beweeg je de aarde voor de zaden?
- Context & Scenario
In de tuinles leren we hoe we de aarde moeten bewegen voor een goede groei.
- Related Word
De moestuin heeft vruchtbare aarde die gemakkelijk te bewegen is.
- Simple
Ik beweeg de aarde met een harken.
- Present Tense
Zij beweegt de aarde voordat ze de zaden plant.
- Declarative
De tuinder beweegt de aarde goed.
- Context & Scenario
Na de regen beweeg ik de aarde om de kluiten te breken.
- Synonym
Ik harken de aarde om het gras te laten groeien.
- Complex
De boer, die elke dag in de moestuin werkt, beweegt de aarde zorgvuldig met een hark.
- Past Tense
Gisteren beweegden we de aarde voor het planten van de bloemen.
- Imperative
Beweeg de aarde met de hark!
- Context & Scenario
Op het feestje hielp ik mijn vrienden om de aarde te bewegen voor het nieuwe bloemenbed.
- Idiomatic
Je moet de aarde niet door elkaar harken als het eerst regent, dat is als de kat in de zak kopen.
met de vingers of een voorwerp door iets heen trekken, vaak in de betekenis van 'wat rommelen'
(iemand harkt door de droge bladeren)
Zij harkt met haar vingers door het zand op het strand.
Hij harkt in de kast om zijn sleutels te vinden.
- Compound
Hij rommelt door de bladeren, maar vindt niets.
- Future Tense
Morgen zal hij door de bladeren rommelen na de regen.
- Interrogative
Rommel je vaak door de bladeren als je buiten bent?
- Context & Scenario
Onze leraar vroeg ons om door onze boeken te rommelen voor het examen.
- Related Word
Ze zijn aan het rommelen met de herfstbladeren in het park.
- Complex
Hoewel ze rommelt in de tuin, duurt het even voor ze de schat vindt, die onder de bladeren verstopt ligt.
- Present Tense
Ik rommel nu met de bladeren.
- Declarative
Zij rommelt iedere week in de tuin.
- Context & Scenario
Tijdens het opruimen rommelde ik door de bladeren op de grond.
- Synonym
Hij harkt door de bladeren, wat ook een beetje 'rommelen' betekent.
- Simple
Hij rommelt met zijn vingers door de bladeren in de tuin.
- Past Tense
Gisteren rommelde ik door de bladeren om de hond te laten spelen.
- Imperative
Rommel met die bladeren om de geheimen te ontdekken!
- Context & Scenario
Tijdens het feest rommelde hij door de snacks op de tafel.
- Idiomatic
Zij rommelde door de bladeren, als een kind dat een schat zoekt.