Hond

hetCommon Noun
1
Compound
Complex
Future Tense
Interrogative
Simple
Present Tense
Imperative
Past Tense
Declarative
Simple
Een persoon speelt met een hond in de sneeuw in een winterlandschap
Vrolijk winterlandschap met hond en eigenaar
Een persoon speelt met een hond in de sneeuw in een winterlandschap
2
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Cartoonachtige illustratie van een vriendelijke hond met grote, expressieve ogen die in een gezellige woonkamer zit, omringd door kinderen.
Vriendelijke hond in gezellige woonkamer
Cartoonachtige illustratie van een vriendelijke hond met grote, expressieve ogen die in een gezellige woonkamer zit, omringd door kinderen.
3
Compound
Simple
Present Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Interrogative
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Vrouwelijke hond zorgt liefdevol voor haar speelse pups in een kleurrijke tuin met bloemen.
Lieve vrouwelijke hond met haar vrolijke puppy's in een bloeiende tuin
Vrouwelijke hond zorgt liefdevol voor haar speelse pups in een kleurrijke tuin met bloemen.
4
Simple
Declarative
Imperative
Synonym
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Present Tense
Past Tense
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Een man in Barokke kleding staat zelfverzekerd in een drukke publieke ruimte, negeert de negatieve blikken van omstanders.
Man negeert publiek in Barokke setting
Een man in Barokke kleding staat zelfverzekerd in een drukke publieke ruimte, negeert de negatieve blikken van omstanders.